Bijlage 2. Meneer de voorzitter, dames en heren. Het is weer de avond van de begroting en de avond van de algemene beschouwingen. Ook deze avond willen wij, hopenlijk zinvol, een kleine bespiegeling geven van he-t" reilen en zeilen van onze gemeente en de C.D.A.-visie op het komende jaar. Wij willen enkele bouwstenen aandragen aan het collège, enkele gedachten lan- ceren ■•"er overdenking. □m te beginnen met het afgelopen jaar, meneer de voorzitter, dan mogen wij dankbaar konstateren, dat het ons goed gegaan is dit jaar. De plannen opgenomen in de begroting van dit jaar, konden voor het merendeel worden gerealiseerd of staan op stapel om uitgevoerd te worden. Van de economische malaise, die ons land en het hele westen treft, hebben wij nauwelijks iets kunnen bemerken in dit jaar. Het is nog goed leven in Nederland en zeker in Leeuwarderadeel. Als wij dan onze welvaart afmeten aan de ellende die er in vele delen van de wereld heerst, dan past het ons niet om zo te klagen, als regelmatig gebeurt. Oaarom behoeven we de problemen in eigen land niet te verdoezelen. Met name de hoge werkloosheid grijpt diep in in het levensgeluk van vele ge- zinnen, maar het moet ons aansporen om gezamenlijk de schouders te zetten onder die problemen. Als Nederland er in slaagt een stabiele économie en een stabiele financiële huishouding te krijgen, zullen en kunnen wij ook nog meer aandacht schenken aan de verre naaste, die zo hopeloos in de knoei zit in zo'n uitzichtloze situatie. Het is dan ook een bijzonder goede zaak geweest, meneer de voorzitter, en het- is verheugend dat daarbij geen enkel politiek motief heeft meegespeeld, alleen die zorg voor de medemens, dat in het Pyter Jurjenshôf een groep bootvluchtelingen is opgenomen. Daarmee is de zorg voor de naaste in praktijk gebracht en wat heeft de bevolking zich hier ook voor ingespannen. Ik geloof dat we trots mogen zijn op onze ingezetenen. En dan bedoel ik dat niet in de zin van "hier zijn wij, kijk eens wat wij doen", zeer beslist niet. Maar het brengen van de ellende in de wereld in eigen dorp, brengt de ware aard van de mensen naar boven. En dan mogen wij dankbaar zijn, dat dit mogelijk is. Dat wij uit onze welvaart nog kunnen delen. Het kan niet uitblijven, meneer de voorzitter, ook het afgelopen jaar heeft de gemeentelijke herindeling weer onze gemoederen beroerd. We naderen de eindfase, de voorstellen \'an Gedeputeerde Staten beginnen konkreet te worden. Enkele weken terug hebben we nogmaals onze zelfstandigheid mogen bepleiten, maar soms bekruipt ons het gevoel, dat het pak reeds is geknipt, de snijders horen nog plichtmatig de wensen van de klant aan, maar kleermaker Wiegel zal straks naaien zoals het geknipt is. Wat een tijd en energie is verbruikt voor iets, waarvan niemand qns ooit duidelijk heeft kunnen maken, dat dat nu het beloofde land is. Sterke gemeenten, akkoord, maar sterk is niet, hoeft niet synoniem te zijn met groot. Steeds meer breekt het inzicht door, dat kleinere eenheden hun specifieke kwaliteiten hebben. Kwaliteiten die het kunnen opnemen tegen mogelijke grotere bestuurskracht van grote gemeenten En wat is bestuurskracht? Maak je dat niet zelf? - 2 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1979 | | pagina 25