- 3 - Wat zich spontaan an gezond heeft ontwiKkeld, is de sport in onze gemeente. Mogen we hieruit afleiden, dat dit een groter plaats in het leven van de mens inneemt, dan vorming en cultuur? Hoe het ook zij, deze vorm van welzijn, want zo wil ik het toch wel zien, verdient eveneens onze aandacht. Want ook hier wordt een brok jeugdwerk verricht. Een stuk welzijn en een stuk jeugdwerk, waar ook behoefte aan is. En uit liefde voor de sport en de jeugd wordt op dit terrein ontzaglijk veel werk gedaan, allemaal op vrijwillige basis, met tientallen enthousiastelingen en met nauwelijk enige vorm van subsidie. En dat hoeft ook niet, dat vraagt men ook niet, maar laten we ook op dit terrein de ruimte blijven scheppen, ook financieel, zodanig, dat de diverse verenigingen geen problemen krijgen door een hoge post.huur zalen of terreinen. Laat wat gezond is, gezond blijven en biedt de helpende hand, waar dat nodig is. Een paar maal heb ik gesteld: van de mensen zelf Dat geldt naar onze mening ook voor het onderwijs. De school behoort de school van de ouders te zijn, omdat de ouders in de eerste plaats verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van hun kinderen. En een belangrijk stuk opvoeding. op een kritsche leeftijd, een ontvankelijke en beinvloedbare leeftijd, legt de ouder in handen van de onderwijzer. Daarom mnet die ouder bij die school en bij die onderwijzer worden betrokken. Daarom is het C.D.A. voorstander van bijzonder onderwijs, onderwijs dat uitgaat van de ouders, onder hun verantwoordelijkheid Ook bij het openbaar onderwijs zal de invloed van de ouders zo groot mogelijk moeten zijn. Wij geven burgemeester en wethouders in overweging om samen met ouders en onder wijzers eens serieus van gedachten te wisselen over de instelling van een kommissie ex art. 61 van de gemeentewet voor het openbaar onderwijs in onze gemeente. Ik wil hiervoor twee gedachtenbepalingen aandragen. 1. het beginsel, dat de school de school van de ouders moet zijn, komt op deze wijze ook voor het openbaar onderwijs het beste tôt zijn recht. 2. er komt een juiste scheiding van de dubbele verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur als bevoegd gezag voor het openbaar onderwijs en als verant- woordelijke voor een gemeentelijk onderwijsbeleid t.a.v. het onderwijs in de gemeente in zijn geheel. □p die manier komen gemeentebestuur, openbaar onderwijs en bijzonder onderwijs in een zuivere verhouding tôt elkaar te staan, d.w.z.: gemeentelijk onderwijsbeleid zal dan gestalte kunnen krijgen in een driehoeksoverleg tussen gemeentebestuur, besturen van het bijzonder onderwijs en funktionele kommissie voor openbaar onderwijs. Uit de begroting blijkt, meneer de voorzitter, dat wij het komende jaar een goede financiële ondergrond hebben. Kennelijk is het onder Bestek '81 voor onze gemeente goed toeven en is het onder Bestek '81 mogelijk een reëel beleid te voeren, zelfs nieuwe plannen te ontwikkelen. Het is niet allemaal negatief, al wordt ons dat van bepaalde zijde hardnekkig ingehamerd. Zelfs is een buitensporige verhoging van belastingen niet nodig, Wat de belastingen betreft, meneer de voorzitter, zoals bekend is het ons stand punt, dat de financiële draagkracht waar mogelijk in de gemeentelijke belasting- heffing een roi dient te spelen. Vanuit dit oogpunt hebben wij waardering voor de gedachte van tarief differentiatie bij de rioolrechten en de reinigingsrechten Wij hebben daarmee ten dele ingestemd, omdat wij toch een paar bedenkingen hadden. - 4 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1979 | | pagina 29