Agendapunt 3
Voorstelnr. 79/ 170»
OnderwerpStiens, 16 november 1979.
a. wijziging algemeen ambtenarenreglement
b. vaststellen van een "uitkeringsverorde-
ning vrijwillig vervroegd uittreden
gemeentepersoneel.
Aan
de gemeenteraad.
Het mag als algemeen bekend worden verondersteld, dat het Kabinet, in overeen-
stemming met de in het Centraal Georganiseerd Overleg vertegenwoordigende amb-
tenarencentralesheeft besloten tôt de invoering, voor het burgerlijk rijks-
personeelvan de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden voor het bereiken
van de pensioengerechtigde leeftijd uit het arbeidsproces te treden, met recht
op een uitkering.
De invoering van deze mogelijkheid, die aansluit op overeenkomstige voorzieningen
in het particulière bedrijfsleven, heeft als achtergrond de werkloosheidsbestrij-
ding en de herverdeling van de werkgelegenheid.
0m deze reden heeft de Minister van Binnenlandse Zaken, bij schrijven van 25 septem-
ber 1979 kenmerk AB 79/U 1999, ingekomen op 1 oktober 1979, de kolleges van burge-
meester en wethouders van de gemeenten dan ook verzocht te bevorderen, dat ten behoeve
van het personeel bij die lichamen een overeenkomstige voorziening in het leven
wordt geroepen.
De hoofdkenmerken van de betreffende maatregel zijn de volgende:
- De mogelijkheid van vervroegd uittreden geldt in beginsel voor het gehele
overheidspersoneel
- De ingangsdatum is 1 november 1979.
- Het uittreden geschiedt op vrijwillige basis.
- De leeftijd waarop men vervroegd kan uittreden is 63 jaar of ouder
- 0m vervroegd te kunnen uittreden moet men een ononderbroken dienstverband bij
de ovërheid hebben van tenminste 10 jaren, onmiddellijk aan het uittreden voor-
afgaande
- Vervroegd uittreden leidt tôt ontslag uit de dienst.
- De uitkering beloopt 00% van de laatstelijk genoten wedde.
- Inkomsten uit arbeid van de vervroegduitgetredene worden volledig op de
uitkering gekort.
- De uitkering is welvaartsvastdat wil zeggen zij volgt de algemene salaris-
ontwikkeling
- De période waarover uitkering wordt toegekend telt voor de helft mee als
diensttijd in de zin van de Algemene Burgerlijk pensioenwet.
- De procédure met betrekking tôt het aanvragen van het ontslag en van de uitkering
is gelijk aan die van wachtgeld e.d.
- Hetzelfde geldt voor de uitvoering van de regeling.
Wij zijn van mening, dat de gemeente, gezien de achtergronden van de rijksmaat-
regel (werkloosheidsbestrijding en herverdeling van de werkgelegenheid) behoort
te voldoen aan het verzoek van de Minister van Binnenlandse Zaken om voor het
personeel in dienst van de gemeente een overeenkomstige voorziening in het leven te
roepen.