Nr. 79/ 170B. De raad van de gemeente Leeuwarderadeel; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 november 1979; Gelet op het advies van de ambtenarenorganisaties; b e s 1 u i t vast te stellen de volgende verordening; Verordening, houdende regelen met betrekking tôt vrijwillige vervroegde uittreding uit de dienst van de gemeente Leeuwarderadeel. Artikel 1 Deze verordening verstaat onder: a. ontslag: ontslag als bedoeld in artikel H 12a van het Algemeen Ambtenaren- reglement. b. belanghebbendedegene aanwie ontslag, zoals bedoeld onder a, is verleend. c. uitkering: de uitkering, zoals bedoeld in artikel b van deze verordening. Artikel 2 1Deze verordening verstaat onder laatstelijk genoten bezoldiging: de bezoldiging in de zin van de Bezoldigingsverordening genoemd in artikel C 1lid 1 Algemeen Ambtenarenreglementvermeerderd met het bedrag der vakantietoelage zoals genoemd in artikel D U Algemeen Ambtenarenreglement, berekend over een maand, waarop de belanghebbende op de dag voorafgaande aan zijn ontslag aan- spraak had of bij waarneming van zijn functie zou hebben gehad, met dien ver- stande dat: a. indien deze bezoldiging geheel of gedeeltelijk uit visselende inkomsten bestaat, ten aanzien van deze inkomsten als laatstelijk genoten bezoldiging of als deel daarvan zal gelden de gemiddelde bezoldiging over de laatste twaalf voile kalendermaanden aan het ontslag voorafgaand; b. als deel van de laatstelijk genoten bezoldiging tevens zal gelden het bedrag dat over de twaalf voile kalendermaanden, voorafgaande aan het ontslag, gemiddeld aan toelage als bedoeld in artikel C Ulid 1, van het Algemeen Ambtenarenreglement per maand is toegekend. 2. Indien in de laatstelijk genoten bezoldiging, omschreven in het vorige lid, anders dan ten gevolge van het verwerven van periodieke yerhogingen, wijzi- ging zou zijn gekomen, wanneer de belanghebbende op deze bezoldiging in dienst zou zijn gebleven, zal van de dag van inwerkingtreding van die wijziging af het aldus gewijzigigde bedrag als laatstelijk genoten bezoldiging gelden. 3. Indien in de loop van het jaar onmiddellijk voorafgaand aan het ontslag een aanmerkelijke wijziging h.eeft plaatsgevonden in de omyang van de werkzaam- heden, geldt in zoverre in afwijking van de vorige leden, als laatstelijk genoten bezoldiging, de gemiddelde bezoldiging over evenbedoeld jaar. b. In gevallen waarin de toepassing van dit artikel tôt onredelijke resultaten leidt, kunnen burgemeester en wethouders ten gunste van belanghebbende van het bepaalde in de vorige leden afwijken. 5. In afwijking van het in lid 1 bepaalde, dient voor de gemeentesecretaris en de gemeenteontvanger onder bezoldiging te worden verstaan, de op grond van art. 111 (resp. art. 11^ juncto art. 111) van de gemeentewet door gedeputeerde staten bepaalde j aarwedde - 2

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1979 | | pagina 71