- 3 - 2. a. Indien de aard van de werkzaamheden of van de inkomsten medebrengt, dat de inkomsten over een langere termijn moeten worden berekend, geschiedt de opgave dienovereenkomstig en vordt op de uitkering een vermindering toegepast van een voorlopig yastgesteld bedrag onder voor- behoud van verrekening aan het einde van de evenbedoelde termijn. b. Deze verrekening vindt plaats met toepassing van artikel 5, met dien verstande, dat de onder a. van dit lid genoemde langere termijn gehan- teerd vordt. 3. Het in de voorafgaande leden bepaalde vindt overeenkomstig toepassing ten aanzien van de arbeid of het bedrijf en de inkomsten daaruit, bedoeld in artikel 5, tveede lid, alsmede ten aanzien van de inkomsten ter zake van aanspraken of de uitkering bedoeld in artikel 5» derde en vierde lid. De belanghebbende aan vie een uitkering is toegekend, wordt door het aan- vaarden van de uitkering geacht erin toe te stemmen, dat allen, die daar- voor naar het oordeel van burgemeester en wethouders in aanmerking komen, omtrent zijn omstandigheden aile inlichtingen geven, die yoor de uityoering van deze verordening noodzakelijk zijn. Artikel 7« Indien op een belanghebbende artikel N 9, derde lid, van de Algemene burgerlijke pensioenwet niet van toepassing is, wordt het bedrag van de uitkering, eventueel na toepassing van artikel 5 of artikel 6, op overeenkomstige wijze verhoogd met met een compensatie voor de premie die ingevolge de Algemene ouderdomswet en de Algemene Weduwen- en Wezenwet van hem wordt geheven, als zou zijn geschied, in dien de belanghebbende in dienst zou zijn gebleven terwijl artikel N 9 van de Algemene burgerlijke pensioenwet op hem niet van toepassing zou zijn geweest. Artikel 8. 1. Indien en zolang de belanghebbende uitkering ontvangt, heeft hij aanspraak op een toeslag, welke wordt toegekend en berekend op gelijke wijze als is bepaald in de Kindertoelageregeling overheidspersoneel. Daarbij wordt onder bezoldiging verstaan de laatstelijk genoten bezoldiging, bedoeld in artikel 2. 2. Op de voor een kind berekende toeslag, bedoeld in het yorige lid, wordt in mindering gebracht de kinderbijslag, welke, onder welke benaming ook, elders voor dat kind kan worden ontvangen. 3. De belanghebbende, die kinderbijslag, onder welke benaming ook, kan ont vangen, is verplicht daarvan aan burgemeester en wethouders mededeling te doen, zo mogelijk onder opgave van het bedrag van die bijslag. Artikel 9. Indien de belanghebbende wegens ziekte verhinderd is arbeid te verrichten, kan hij door burgemeester en wethouders worden verplicht zich gepeeskundig te doen onderzoeken door een door hen aangewezen geneeskundigelan wel zich aan een geneeskundig onderzoek volgens de bepalingen van de Algemene burger lijke pensioenwet te onderverpen. Artikel 10. 1. Het recht op uitkering eindigt: a. met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die waarin de belanghebbende de leeftijd van 65 jaar bereikt; b. met ingang van de dag volgende op die, waarop de belanghebbende is over- leden; c. met ingang van de eerste dag van de tweede maand volgende op die waarin de belanghebbende in de zin van artikel E 1 van de Algemene burgerlijke pensioenwet uit hoofde van ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is verklaard de betrekking te vervullen, waaruit hij met recht op uitkering is ontslagen; - 1+ - i

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1979 | | pagina 75