Agendapunt 12
Voorstelnr. 80/52
OnderwerpStiens, 19 maart 1980.
Aankoop grond t.b.v. It Skil
en de aanleg van de verbindings-
weg tussen Hege- en Lege Hearewei
Aan
de gemeenteraad.
In ons voorstel d.d. 19 februari 1980, no. 80/27» werd u in overweging
gegeven over te gaan tôt de aankoop van een aantal percelen grond gelegen
in het uitverkingsplan "It Skil".
Zoals u bekend heeft wethouder De Haan zich naderhand van dit voorstel
gedistancieerd, voorzover dat betrekking had op de aankoop van de percelen
sectie B, nr. 1922 (dis) en nr. 2U72 (dis), omdat deze gronden benodigd zijn
voor de aanleg van de verbindingsweg tussen de Hege- en Lege Hearewei.
Tijdens de raadsvergadering deelde de heer De Haan ter toelichting mede,
dat hij in het verleden tegen de wegaanleg als aangegeven in het bestemmings-
plan Stiens dorp steeds bezwaar heeft gemaakt en dat bezwaar nog heeft en
daarom moeilijk medewerking aan dit voorstel kan verlenen.
De stelling van de toen ontstane meerderheid in ons collège, dat het hier
om de uitvoering van een door de raad vastgesteld en goedgekeurd bestemmings-
plan ging werd door hem bestreden met de opmerking, dat door de raad geen besluit
tôt de aanleg van de onderhavige weg was genomen.
Zou dit laatste wel het geval zijn, dat zou hij zeker zijn medewerking tôt de
benodigde grondaankoop verlenen.
Formeel gezien is inderdaad door de raad niet expliciet tôt deze wegaanleg
besloten.
Hier kan tegenover worden gesteld, dat de raad bij de vaststelling van het
vigerende bestemmingsplan zeker de intentie heeft gehad deze weg aan te leggen.
Wij hebben ons nader beraden of er niet een oplossing gevonden kan worden
om uit de ontstane impasse te geraken.
Een uitstel van de beslissing tôt de aankoop van de betreffende percelen komt
naar onze mening niet in aanmerking.
Het initiatief tôtcfezeaankoop is geheel van ons collège uitgegaan, terwijl er
over de prijs van de grond en de verdere voorwaarden geen meningsverschillen
bestaan.
Bij de verkoper zijn daardoor bepaalde verwachtingen gewekt.
Bovendien kunnen wij ons indenken, dat van de kant van een van de verkopers bezwaren
tegen een in tweëen gedeelde grondoverdracht bestaan, omdat de kans dan niet is uitgesloten,
dat de berekening van de schadeloosstelling voor de bedrijfsverkleining voor
hem in totaliteit minder gunstig uitvalt.
Het nader beraad heeft er tenslotte toe geleid, dat wij u thans unaniem kunnen
voorstellen over te gaan tôt de aankoop van de in het voorstel d.d. 19 februari
1980, nr. 80/27 genoemde gronderim.u.v. de grond van Van der Werff, waartoe
reeds werd besloten) en het toekennen van de daarin genoemde schadeloosstelling
aan de heer Faber, waarbij de afspraak wordt gemaakt, dat omtrent het tijdstip
van de aanleg van de weg tussen de Hege- en Lege Heareweide breedte van deze weg,
de funktie, c.q. de inportantie daarvan, thans nog geen uitspraak wordt gedaan,
een beslissing daarover zal niet eerder worden genomen dan nadat de gemeenteraad
het verkeersplan heeft vastgesteld.