- 3 -
7Voorstel om een strookje grond van de heer J. Jansma te Stiens aan te kopen.
(80/28) 3-2 310 m. (R. U81 m.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform dit voorstel
besloten.
8. Voorstel om de voor het aan het Noarderfjild te Stiens gelegen bedrijventerrein
vastgestelde bouwterreinprijzen tôt 1 januari 1981 niet te verhogen.
(80/29) 3-2 311 m. (R. U85 m.)
Op een daartoe door de heer Beuker gestelde vraag zegt de voorzitter, dat het
de heer Beuker alsnog de herberekening op basis van de basis-opzet zal worden
toegezonden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en
wethouders besloten.
9Voorstel om aan het collège van Burgemeester en Wethouders de toepassing van
de beschikking geldelijke steun huisvesting gehandicapten te delegeren.
(80/30) 2-3 323 m. (R. 55U m.)
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel
van burgemeester en wethouders besloten.
10. Voorstel om voor een gedeelte van het bestemmingsplan Stiens-zuidoost (ten
behoeve van het perceel Brêdyk 27 te Stiens) een voorbereidingsbesluit te
nemen(80/31) 3-2 33b m. (R. 560 m.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel
van burgemeester en wethouders besloten.
11Voorstel om door middel van een planologische aanpassing de door de heer
G. Mud te Finkum gedeeltelijk klandestien gebouwde kalvermesterij te
legaliseren"! (80/32) 2-3 325 m. (R. 563 m.
De heer Teitsma meent, dat de meerderheid van het collège van burgemeester
en wethouders alsmede de C.D.A.-fractie te gemakkelijk aan de strijdigheid
met het algemeen belang voorbijgaat.
Hij meent, dat wat dit betreft geen risico's moeten worden gelopen en hij
bepleit dan 00k de verwerping van het voorstel van de meerderheid van het
collège van burgemeester en wethouders.
De heer Van Rijn zegt, dat zijn fractie afstand neemt van de passage in
het voorstel, dat het regel is, dat klandestien gebouwde bouwwerken worden
gelegaliseerd.
Overigens meent hij, dat de gemeenteraad geen politioneel orgaan is, maar een
bestuurlijk orgaan.
Zijns inziens is er geen sprake van een uitbreiding van het aantal mestkalveren
en gaat het in deze kwestie alleen om de aanpassing van een gebouw aan de
nieuwe normen.
Gelet hierop kan de overlast niet groter worden, omdat het aantal mestkalveren
hetzelfde blijft.
Met de heer Boersma spreekt de heer Faber zich uit voor het voorstel van
de meerderheid.
Wethouder Soepboer is van oordeel, dat door het legaliseren van het klandestien
gebouwde gedeelte geen ekstra vervuiiing ontstaatomdat het aantal mestdieren
hetzelfde blijft.
Overigens meent hijdat het een uitzondering moet blijven om klandestiene
bouw te legaliseren.
Wethouder De Haan vindt het inconséquent, dat nu niet wordt gezegd wij willen
geen verdere uitbreiding van deze mesterij
De heer Teitsma meent, dat verschil wordt gemaakt tussen de êne zaak en de
andere zaak.