- 2 -
Artikel 4
1. Het verslag van iedere contrôle wordt door de in artikel 2 aangewezen
deskundige in een door burgemeester en wethouders te bepalen aantal
aan dat collège toegezonden.
2. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de doorzending van het ver
slag aan de ambtenaar, wiens geldelijk beheer en boekhouding zijn ge-
controleerd, ten behoeve van diens mede-ondertekening en eventueel de
toevoeging van een verklaring.
3. De ambtenaar zendt ten spoedigste de door hem ontvangen exemplaren -
met uitzondering van êén, dat hij voor zijn archief behoudt - na plaatsing
van zijn handtekening en eventueel van zijn verklaring aan burgemeester en
wethouders terug.
4. Burgemeester en wethouders zenden daarna een exemplaar van het verslag
aan de gemeenteraad en aan gedeputeerde staten.
5. Indien de ambtenaar aan zijn ondertekening een verklaring heeft toegevoegd,
delen burgemeester en wethouders deze in afschrift mede aan de in artikel 2
aangewezen deskundige.
Artikel 5
Het onderzoek naar de deugdelijkheid van de gemeenterekening en van de
rekeningen van de takken van dienst, ten aanzien van welke artikel 252 der
gemeentewet is toegepast, wordt ingesteld door de deskundige, aan wie bij
artikel 2 is opgedragen de contrôle op het geldelijk beheer en de boekhouding
van de ontvanger, onderscheidenlijk van de ambtenaren dier takken van dienst.
Artikel 6
1. De financiële administratie ter secretarie wordt zodanig ingericht, dat
zij mede dienstbaar kan worden gemaakt aan de in deze regelen genoemde
contrôle
2. Burgemeester en wethouders wijzen een ambtenaar aan, in het bijzonder
verantwoordelijk voor het bijhouden of doen bijhouden van de in het
eerste lid van dit artikel bedoelde administratie.
3. De in het tweede lid van dit artikel genoemde functie is onverenigbaar
met die van ontvanger.
4. Burgemeester en wethouders kunnen omtrent het inrichten en bijhouden van
de in het eerste lid bedoelde administratie voorschriften geven.
j
Artikel 7
1De in artikel 2 aangewezen deskundige en de ingevolge het tweede lid
van artikel 6 aangewezen ambtenaar hebben de bevoegdheid ook van andere
dan de in artikel 1 genoemde ambtenaren mondelinge inlichtingen en
schriftelijke gegevens en inlichtingen te vragen, welke zij voor de
uitvoering van hun taak nodig hebben.
2. De in het vorige lid bedoelde ambtenaren zijn verplicht hun de gevraagde
gegevens en inlichtingen te verstre'kken.
- 3 -