Agendapunt 21.
Voorstel 80/ 102.
□nderwerp
Wijziging Algemene
Politieverordening
Stiens, 10 juni 1980
Aan
de gemeenteraad
I. Door steeds meer personen en gezinnen wordt een hond als huisdier
gehnuden
Hiertegen behoeft in principe geen bezwaar te bestaan, mits dit niet
tôt vormen van overlast gaat leiden.
De problematiek van het vervuilen van straten en plantscenen is
volledig bekend, maar hierbij komt ook nog het probleem van het ver-
storen van de rust en met name de nachtrust.
Zeer recentelijk heeft zich een dergelijk geval van ernstige over
last in Stiens voorgedaan.
De oorzaak hiervan valt met name te wijten aan de omstandigheid
dat een groot aantal honden werd gehouden die slecht werden verzorgd.
Wij zijn van oordeel, dat dergelijke uitwassen tegen zijn te gaan
door het houden van honden aan zekere banden te leggen.
Hierbij denken'wij aan het opnemen van een bepaling in de Algemene
Politieverordening waarin wordt bepaald, dat niet meer dan 2 honden
mogen worden gehouden.
Wij menen evenwel, dat van deze bepaling ontheffing moet kunnen
worden verleend, zodat na een beoordeling onzerzijds het houden
van meer honden - denk aan fokkers - toch kan worden toegestaan.
In de hierbij gevoegde konsept-verordening tôt wijziging van de Algemene
Politieverordening is één en ander nader aangegeven.
II. Steeds meer valt te konstateren, dat auto's, motoren, fietsen en brom-
fietsen worden geparkeerd op plaatsen die om redenen van openbare
veiligheid vrij van vervoermiddelen van welke aard dan ook, moeten
blijven.
Hierbij valt te denken aan de terreinen in de onmiddellijke omgeving
van de toegangen naar openbare gelegenhedenzoals voetbalvelden en
het zwembad te Stiens.
Met name bij deze laatste gelegenheid pleegt het publiek op drukke
dagen het terrein in de omgeving van de toegang naar het openlucht-
zwembad te gebruiken als stallingsruimte
Vaak op een dusdanige onordelijke wijze, dat de toegang naar dit
zwembad wordt versperd.
Dit heeft tôt gevolg, dat een eventueel te hulp geroepen ziekenauto
niet of nauwelijks het zwembad kan bereiken.
Wij menen, dat dit een gevaar kan opleveren voor de openbare veilig
heid en zijn er daarom voorstander van dat dit voorterrein vrij van
vervoermiddelen van welke aard dan ook, moet blijven.