- 3 -
Reeds in ons yoorstel van december 1979, nr. 79/193 schreven wijdat het
voor ons nog de vraag is, of de leden van aile kommissies voor een ver—
goeding in aanmerking behoren te komen.
Wil men echter een onderscheid maken in wel- en niet voor vergoeding in
aanmerking komende kommissies, dan zal voor dat onderscheid een duidelijke
en aanvaardbare motivering moeten worden aangevoerd.
Immers, de stelling is ook te verdedigen, dat in feite de leden van aile
kommissies door hun inbreng de gemeenschap een dienst (kunnen) bewijzen.
Wij zijn van mening, dat er een duidelijk en aanvaardbaar argument is te
hanteren voor het al dan niet toekennen van een vergoeding aan een kommissie.
Dit onderscheid is naar ons oordeel te ontlenen aan het verschil in de doel-
stelling van de diverse kommissies.
r zijn kommissies ingesteld met het overwegend doel om de leden daarvan de
gelegenheid tôt inspraak te geven ter behartiging van een "eigen" vereni-
gings-dorps-groeps, enz. belang.
Deze catégorie kommissies zouden in onze gedachtengang niet voor een ver
goeding in aanmerking komen, omdat eenvoudig geredeneerd, voor het recht
van inspraak geen vergoeding behoeft te worden toegekend.
Wij merken hierbij op dat dit onderscheid ook werd gemaakt voordat een
vergoeding wettelijk verplicht werd.
Ook toen waren er kommissies met en kommissies zonder vergoeding.
De kommissies met een overwegend inspraakkarakter kunnen worden onder-
scheiden van de kommissies, die zijn ingesteld met het doel om bijv. een
zekere deskundigheid in de besluitvorming in te brengen, als middel tôt
integratie van een bepaalde voorziening, enz.
Het onderscheid kan verder nog worden uitgebreid met kommissies, die hoewel
ze een zeker inspraakkarakter hebben, verplicht zijn voorgeschreven
Als kommissies met een overwegend inspraakkarakter kunnen naar onze mening
worden beschouwd:
- de sportkommissie
- de zwembadkommissie
- de kommissie ruimtelijke ordening
- de werkgroepen yan de welzijnskommissie
Als kommissies waarvan het inspraakkarakter niet overwegend is c.q. welke
verplicht zijn ingesteld, kunnen worden beschouwd:
- de kommissie verlening bijstand
- de adyieskommissie verdeling woningen van de woningstichting
- de welzijnskommissie (met uitzondering van de werkgroepen)
- de kommissie sociale zaken en gezondheidszorg
Wij stellen u voor te bepalen, dat de leden van de groep van eerstgenoemde
kommissies niet meer voor een vergoeding in aanmerking komen.
Een vraag is nog wanneer de vergoeding moet worden beeindigd voor de
kommissieleden, die thans nog een vergoeding ontvangen.
Hoewel de Vereniging van Nederlandse Gemeenten in een terzake uitgebracht
advieseen overgangsregeling denkbaar acht, zijn wij van mening, dat
daaraan geen behoefte bestaat, indien de vergoeding per 1 januari a.s.
wordt beeindigd.
De leden van de betreffende kommissies kunnen dan tijdig worden ingelicht.