Aanvullend
agendapunt: 22
Voorstelnr. 80/172
Onderwerp
Beroepschrift K. Oevering
Stiens, 21 oktober 1980.
Aan
de gemeenteraad.
Bii brief van 19 september 1980 heeft de heer K. Oevering, Hynstewaed12Stiens
beroep aangetekend tegen onze beslissing d.d. 9 september 1980, waarbij aan hem
een vergunning voor de bouw van een dakkapel op de zolderverdieping werd
ToiTeen weigering van deze aanvraag waren wij gekomen op grond van het advies
van de Provinciale Friese Schoonheidskommissie
Het advies van deze kommissie luidt als volgt:
"De kommissie acht de dakkapel op de eerste verdieping vanwege de gunstige
situatie wel aanvaardbaar
Die op de zolderverdieping is teveel van het goede.
Het profiel van de woning leent zich niet voor een dergelijke dakkapel.
De kommissie adviseert deze achterwege te laten en voor eventuele ultbreiding
naar een andere oplossing te zoeken, waarbij de bestaande hoofdvorm mtakt
blij ft"
Met gemelde kommissie en Bouw- en Woningtoezicht zijn wij van oordeel dat de
bouw van de aangevraagde dakkapel op estetische gronden onaanvaardbaar is.
Het beroepschrift van de heer Oevering hebben wij, zoals voorgeschreven in het
Règlement van Orde, ter advisering doorgezonden aan de uit uw midden samengestelde
beroepskommissie
Deze kommissie heeft bij schrijven van 17 oktober j.l. haar advies aan ons
uitgebracht.
In dit advies komt de kommissie enerzijds tôt de konklusie, dat gelet op
overgelegde tekeningen de adviserende instanties en ons kollege terecht tôt een
negatieve advisering danwel een negatieve beslissing zijn gekomen.
Anderzijds meent de kommissie, dat bij de advisering en de besluitvorming onvoldoende
rekening is gehouden met het feit dat de gewenste dakkapel vanaf de openbare weg
niet zichbaar zal zijn.
Verder is er naar het oordeel van de kommissie ten onrechte voorbij gegaan aan het
feit, dat er geen andere mogelijkheden tôt uitbreiding zijn.
Gelet op de situatie dat de dakkapel vanaf de openbare weg niet zichtbaar zal
zijn, meent de kommissie te kunnen adviseren toch tôt de verlening van een vergunning
voor de bouw van een dakkapel te besluiten.
De kommissie is hierbij overigens wel van oordeel, dat er naar gestreefd moet
worden de bestaande dakvorm zoveel als mogelijk. intakt te houden.
Zij meent dit te kunnen bereiken door de bouw van een kleinere dakkapel, waardoor
er tussen de dakkapel op de eerste verdieping en de dakkapel op de zolderverdieping
nog een stukje dak gehandhaafd kan blijven.
De indiener van het beroepschrif t kan hiermede, blijkens zijn mededelmgen ter
zitting van de beroepskommissieakkoord gaan.