Geldneemster zal aan geldgever een bereioszellingsprovisie verzceier, va
van de op te nemen leensom. Dsze provisie zal door gelo-
gever bij de uitbetaling van de leensom in mindering worden gebracnt.
□e uitbetaling zal geschieden door overschrijving op de reKening van ae
ArtiKel 3.
□e uitbetaling geschiedt op de in artikel 2 genoemde datum c.q. data mits
de door geldgever verlangde stukken tenminste 14 dagen vôôr de
stortingsdatum in het bezit van geldgever zijn.
Latere uitbetaling, voorzover niet aan geldgever te wijten, brengt geen
wijziging in de in deze overeenkomst genoemde datum/data van rente-ingang
noch in andere daarin genoemde bepalingen.
Artikel 4.
Geldneemster is over het schuldrestant een rente van 11 per jaar
verschuldigd. Bij de berekening van de rente zal elke maand op dertig
dagen en elk jaar op driehonderdzestig dagen worden gesteld.
Artikel 5.
I.. 1. Gedurende de tijdvakken van 10 jaren, aanvangend op de aangenomen
richtdatum resp. op de wijzigingsdatum, zal geldneemster aan
geldgever aan het.einde van elk jaar aan rente en aflossing
betalen een bedrag, gelijk aan:
a. voor het eerste tijdvak van 10 jaren het verschil tussen de
dynamische kostprijshuur bij de aanvang van dat tijdvak, en
de som van de constante exploitatiekosten, bedoelde in lid II
sub 4, en de variabele exploitatiekosten, bedoeld in lid II
sub 5 a.
b. voor het tweede tijdvak van 10 jaren het verschil tussen de
dynamische kostprijshuur bij de aanvang van dat tijdvak, en de
som van de constante exploitatiekosten, bedoeld in lid II
sub 4, en de variabele exploitatiekosten, bedoeld in lid II
sub 5 b.