Voor de toepassing van lid I bszragen voor ze oerekerirg
van de dynamische kostprijshuur dij de aanvang van net eerste
tijdvak van 10 jaren en voor oe berekening van de dynamiser,s
kostprijshuur bij de aanvang van net tweede tijdvak van
10 jaren de constante exploitetienosten 0,5 procent van
het in artikel 2 genoemde nominale bedrag ./an de lening.
a. Voor de toepassing van lid I worden voor de berekening
van de dynamische kostprijshuur bij de aanvang van het
eerste tijdvak van 10 jaren de variabele exploitatiekosten
gesteld op 1,2 procent van het in artikel 2 genoemde
nominale beorag van de lening.
b. Voor de toepassing van lid I worden voor de berekening van
de dynamische kostprijshuur bij de aanvang van het tweede
tijdvak van 10 jaren de variabele exploitatiekosten gesteld
op het bedrag van de overeenkomstig het bepaalde in
artikel 24, derde lid, van de Beschikking geldelijke steun
huurwoningen 1975 gewijzigde variabele exploitatiekosten
aan het begin van dat tijdvak.
a. Voor de toepassing van lid I wordt bij de berekening van
de dynamische kostprijshuur bij de aanvang van het eerste
tijdvak van 10 jaren uitgegaan van de veronderstelling,
dat:
1°. de huur telken jare met 5,0 1 procent stijgts
2°. de variabele exploitatiekosten telken jare met 7,5
procent stijgen.
b. Voor de toepassing"van lid .1 wordt bij de berekening van de
dynamische kostprijshuur bij de aanvang van het tweede tijdvak
van 10 jaren uitgegaan van de veronderstelling, dat:
1°. de huur telken jare stijgt met het bij de aanvang van dat
tijdvak in artikel 18 van de Huurprijzenwet Woonruimte genoemde
percentage:
2°. de variabele exploitatiekosten telken jare stijgen met het
bij de aanvang van dat tijdvak in artikel 15, eerste lid,
onder b, van de Beschikking geldelijke steun huurwoningen
1975 genoemde percentage.
Voor de toepassing van lid I wordt de met inachtneming van het in
het eerste tôt en met zesde lid benaalde berekende dynamische
kostprijshuur naar boven op 0,1 procent afgerond.