Ook de heer Ketellapper is van oordeel, dat van dit bedrijf geen overlast behoeft te worden verwacht. Gelet hierop meent hij dat er geen bezwaren behoeven te bestaan tegen het verlengen van het sluitingsuur tôt 24.00 uur en bepleit daarom dat aan de wensen van deze zelfstandige tegemoet gekomen dient te worden. De heer Van Rijn zegt m.b.t. het schrijven G.S. over de weg Leeuwarden-Stiens dat B. en W. ook verwonderd was dat aangekondigde uitvoering niet doorging. Zijns inziens mocht er op worden gerekend dat het geld beschikbaar was. Hij kondigt verder aan, dat de oude weg waarschijnlijk per 1-1-1981 door de Provincie zal worden overgenomen. Verder overleg met G.S. acht hij noodzakelijk. De voorzitter zegt n.a.v. het schrijven van G.S. inzake het overleg ex.art. 7 Afvalstoffenwet, dat de hoorzitting inderdaad zal worden uitgesteld. Over de tariefsverhoging van de stortrechten, merkt hij op dat de saldireserve zal moeten worden aangesproken. De afvoer van het huisvuil zal per jaar ongeveer f 100.000,meer gaan kosten. Voor 1980 moet gerekend worden op ongeveer 40.000, M.b.t. de verkoop van bouwpercelen a/d Lotusstrjitte zegt hij dat met deze woningen is geadverteerd en dat dus iedereen in de gelegenheid is geweest hiervan een te kopen. Het garantie van het garantie-instituut is wel degelijk aanwezig. Verder vraagt hij zich af of wel verstandig is om in dezen nadere regels te stellen. Hij wijst er op, dat er in dezen geen wettelijke regels zijn. De heer van Rijn antwoordt naar aanleiding van punt 21 dat Mevr. Porte een vergunning heeft gevraagd, heeft gekregen. Weliswaar met de bepaling dat om 22.30 uur niét meer mag worden getapt. De bedoeling hiervan was het weren van het cafébedrijf conform het beleid van de raad, zoals vastgesteld in 1979. Hij wijst op de konsekwenties om nu het beleid te wijzigen. Over het eethuis-achtige karakter van dit bedrijf kan zijns inziens geen verschil van mening zijn, omdat in de eerste stukken hierover steeds is gesproken. Hij waarschuwt dat bij afwijking van het beleid het hek van de dam is. De heer Boersma vraagt zich af of het beleid wel zo erg wordt aangetast. De burger heeft er ook behoefte aan. De omwonenden en de zaken aan de Langebuorren hebben geen bezwaar. De heer Visser is van mening dat de behoeften worden aangeboden. De heren Boersma en Ketellapper willen worden geacht m.b.t. tôt deze kwestie tegen het voorstel van B. en W. te hebben gestemd. Door de overige leden wordt voorgestemd. Voor het overige wordt conform de voorstellen van het kollege van Burgemeester en wethouders besloten. Voorstel tôt het wijzigen van de salarisverordening van het gemeentepersoneel en het personeel in dienst van het verzorgingstehuis Skilhiem ingaande 1 juli 1980. 1-4 245m. (R. 2/165 m.) (80/109) Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. Voorstel aangaande het uitbreiden van de dépendance van de Juffer Akkeskoalle in d'Orient te Stiens met twee werklokalen. (80/110) 1-4 247 m. (R. 2/173 m.) De heer Boersma merkt op dat hoewel hij elke financiële konsekwentie mist, toch achter de standpunten van B. en W. kan staan. De heer Jansma zegt dat het C.D.A. voor het scheppen van goede voorwaarden voor een goed onderwijs is. Hij vraagt zich wel af of het voorstel tôt uitbreiding van het gemeentehuis met het noodlokaal van de Ungastins zou zijn aangenomen als bekend zou zijn geweest dat de uitbreiding van deze dépendance noodzakelijk is. De heer Visser verklaart blij te zijn met dit voorstel.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1980 | | pagina 9