- 6 - De heer Beuker stelt, dat deze rechten met niet meer dan 3% kunnen worden verhoogd. Teneinde het verschil in opbrengst te financieren wordt door de heer Beuker voorgesteld de reservering t.b.v. de verbouw van het gemeente- huis af te voeren. Het laatstgenoemde voorstel van de heer Beuker wordt in stemming gebracht. Tegen dit voorstel wordt gesteld door de heren Van Rijn, De Haan, Roorda, Boersma, Faber, Kingma, Ketellapper en Jansma, terwijl vôôr dit voorstel wordt gestemd door mevr.Jepma en de heren Teitsma, Beuker, Visser en Brameijer Hieruit volgt, dat het voorstel van de heer Beuker met 5 tegen 8 stemmen is verworpen. Vervolgens wordt met de verhoging van de rioolrechten, onder aantekening dat de heer Beuker wil worden geacht te hebben tegengestemd, zonder hoofdelijke stemming ingestemd. 12. Voorstel m.b.t. de herziening tarieven onroerendgoedbelasting. (80/200) F4 353 m. (R. 075 m.). De heer Boersma zegt de indruk te hebben, dat aile leden van de raad het moeilijk met deze verhoging hebben. Hij vraagt zich af of het verantwoord is, dat de overheid doorgaat met het verzwaren van de lasten. De heer Jansma zegt met een verhoging van 5% akkoord te kunnen gaan, zulks met het oog op de noodzakelijke budgetverruiming. 0°k de heer Faber zegt met een verhoging van de onroerendgoedbelasting in te kunnen stemmen. Verder vraagt hij aandacht voor zijn motie, die betrekking heeft op de onroerendgoedbelasting voor de dorpen Cornjum en Jelsum. De heer Brameijer vraagt of zo'n motie niet door twee personen onder- tekend moet zijn. Bovendien vindt hij, dat de motie zichzelf tegenspreektomdat de woningen te Cornjum-Jelsum al lager getaxeerd worden i.v.m. de geluidhinder Dit laatste wordt door de voorzitter bevestigd. Wethouder De Haan is van oordeel, dat een dergelijke motie strijdig is met het streven om het geluid aan de bron te beperken. De heer Faber zegt voor de aangevoerde argumentatie begrip op te kunnen brengen, en trekt hierbij de door hem ingediende motie in. Vervolgens wordt over de verhoging van de onroerendgoedbelasting mondeling gestemd. Tegen een verhoging zijn mevr.Jepma en de heren Boersma, Brameijer, Beuker, Teitsma en Visser, terwijl voor een verhoging zijn de heren Van Rijn, De Haan, Ketellapper, Kingma, Jansma, Roorda en Faber. Hieruit volgt, dat met 7 tegen 6 stemmen is ingestemd met een verhoging van de onroerendgoedbelasting met 5%. '3* Voorstel om de verordening op de heffing en invordering van marktgelden in deze gemeente te wijzigen. (80/201) 1-4 340 m. (R.304 m.). Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. Voorstel m.b.t. tôt de tweede opschoning van de begroting voor het iaar 1980. (80/202) 1-4 350 m. (R. 375 m.). De heer Visser informeert naar de subsidie voor het sport-technisch kader. Hij wijst er op, dat de sportverenigingen onlangs een brief hebben ont- vangen en dat niet duidelijk is van wie deze brief afkomstig is. De heer Faber bepleit, dat de verbouwing van het gemeentehuis op zo kort mogelijke termijn wordt gerealiseerdzodat de huidige nooduitbouw zo spoedig mogelijk kan verdwijnen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1981 | | pagina 15