Agendapunt: 3.
Voorstel: 81/ 38.
°ndeywerpStiens, 10 maart 1981
Wij ziging bezoldigingsverordening
Aan
de gemeenteraad
Bij brief van 12 februari 1981, kenmerk AB 81/U 210, ingekomen op 16 februari
1981, deelt deMinister van Binnenlandse Zaken ons mede, dat met betrekking tôt
de financiële arbeidsvoorwaarden van het overheidspersoneel per 1 januari 1981
een tweetal voorzieningen zullen worden getroffen.
Deze voorzieningen, waarvoor wij u omtrent de aard kortheidshalve naar de in
de raadsportefeuille ter inzage liggende stukken verwijzen, betreffen:
a. Een verhoging van de salarisbedragen naar het salarisniveau van 1 juli 1980
met 1% met een minimum van 26,per maand als vervanging van de per 1 juli
1980 ingevoerde salaristoeslag van 26,— per maand.
b. Een verhoging van de uitkomst onder sub a. met 0.8% met een minimum van
15,67 per maand, nadat op deze verhoging de gedifferentieerde korting
ingevolge "Bestek '81" (0.3% tôt 0.7%) in mindering is gebracht.
c. De invoering van een nieuwe procentuele en gedifferentieerde inhouding op
de bezoldiging.
In verband met deze voorzieningen vindt ook een aanpassing plaats van diverse
andere bedragen.
Zo wordt het grensbedrag voor het ambtenaarschap ingevolge de Algemene Burger-
lijke Pensioenwet verhoogd van f 7.763,67 tôt f 7.768,34 per jaar, terwijl de
franchise ingevolge het verhaalsbesluit Burgerlijke Pensioenwet ongewijzigd
f 1.464,per maand) blijft.
De toelage voor de kompensatie A.O.W./A.W.W. wordt verhoogd tôt maximaal
f 288,44 per maand.
Deze verhoging vindt zijn grond in het feit, dat het bedrag waarover maximaal
premie wordt geheven is verhoogd tôt f 48.750,
En ten aanzien van de vakantie-uitkering vinden de volgende herzieningen plaats:
a. Voor berekening van de vakantie-uitkering over 1981 wordt met ingang van
1 januari 1981 het percentage van 8 met 0.5 verminderd tôt 7.5.
b. Het laatstelijk vastgestelde minimumbedrag voor de vakantie-uitkering
174,37 per maand) wordt "bevroren".
c. Er wordt aan de vakantie-uitkering een maximum verbonden van f 433,33 per
maand
d. Het bedrag per kind voor de vakantie-uitkering wordt verlaagd van 12,77
tôt 12,02 per maand.