- 3 -
De Leeuwarderadeelster verordening ex artikel 18 van de Drank- en
Horecawet.
Volgens de toelichting genoerad in het prae-advies dd. 15 april 1975
werd met deze verordening beoogd de wildgroei te weren van allerlei
inrichtingen op het terrein van de Drank- en Horecawet.
Het kollege van burgemeester en wethouders schrijft hierover in het
genoemde prae-advies het volgende: "Het gevolg hiervan is, dat in
meerdere gemeenten de bars e.d. als paddestoelen uit de grond rijzen
en dan ook nog vaak op plaatsen, die daarvoor in het geheel niet
geschikt zijn.
Hoewel deze situatie zich in onze gemeente nog niet voordoet, zijn
wij van mening, dat nu er een mogelijkheid bestaat om in dezen
regelend op te treden, daarvan gebruik moet worden gemaakt".
De gedachte achter dit voorstel en tevens uit het bijbehorende
besluit was de zorg voor de openbare orde. Gevreesd werd voor de
leefbaarheid in bepaalde delen van de gemeente.
De invoering van deze verordening heeft tôt resultaat gehad, dat
geen enkele inrichting meer tegen de wil van de gemeente kan
worden opgericht.
Voor de in 1975 bestaande bedrijven heeft dit geen gevolgen, omdat
aan deze bedrijven in de verordening ontheffing is verleend.
Dit laatste was nodig met het oog op de rechtszekerheid van die
bedrijven.
Na de inwerkingtreding van deze verordening zijn er voor vier be
drijven ontheffingen verleend.
Dit zijn het dorpshuis "Aid Bigjin" te Britsum, Bistro "De Smidse"
te Jelsum, het Chinees-restaurant "Fong Sou" te Stiens en "Joukjes
Eethuisje" te Stiens.
Met uitzondering van het dorpshuis te Britsum moeten al deze be
drijven om 10.30 uur 's avonds sluiten.
Het beleid t.o.v. para-commerciële instellingen.
Het mag als bekend worden verondersteld, dat door de horecawereld
regelmatig tegen deze bedrijven wordt geageerd.
Het verwijt is, dat het de gesubsidieerde instellingen zoals sport-
kantines, dorpshuizen e.d. mogelijk wordt gemaakt scherp te concu-
reren met de bestaande bedrijven.