- 4 -
Door de subsidies die van overheidswege in de stichting- of
exploitatiekosten worden gegeven en de dikwijls voorkomende
onbetaalde arbeid kunnen door deze instellingen de konsumpties
tegen een lagere prijs worden aangeboden.
Voorwat betreft de kantines komt hier nog bij het probleem van
de kombinatie van sport en alcohol.
In de gemeenteraad is reeds meermalen over een te volgen beleid
ten aanzien van kantines gesproken, maar tôt nu toe zijn terzake
geen samenhangende beslissingen genomen.
Onderscheid tussen de inrichtingen.
De Drank- en Horecawet kent slechts drie verschillende soorten
inrichtingen, te weten:
a. het slijtersbedrijf;
b. het cafébedrijf;
c. het restaurantbedrijf
Aile inrichtingen, die zich derhalve niet bezig houden met het
restaurant- of slijtersbedrijf moeten worden aangemerkt als
cafébedrijf.
Onder deze noemer vallen derhalve de dorpshuizen, kantines,
hôtels, enz.
Met het oog op het te voeren beleid komt het ons evenwel gewenst voor
een eigen onderscheid te maken tussen deze bedrijven.
Dit onderscheid zou kunnen worden gemaakt naar enerzijds de
beroepsmatige inrichtingen, zoals de normale café-, restaurant-
en slijtersbedrijven en anderzijds naar de niet beroepsmatige
inrichtingen, zoals kantines, kerkelijke centra, etc.
T.a.v. de laatstvermelde kategorie kan dan nog weer onderscheid
worden gemaakt tussen het al dan niet beschikbaar zijn van
zaalakkommodatie, m.a.w. of al dan niet een zalencentrumfunktie
wordt vervuld.
Wanneer een zâencentrumfunktie wordt vervuld, dan kan het niet
verlenen van een vergunning problemen opleveren, omdat dan
waarschijnlijk de toegedachte of noodzakelijke funktie moeilijk
kan worden waargemaakt.
Met inachtneming van het vorenstaande wordt de onderscheiding
dan alsvolgt: