- 6 -
Er blijkt behoefte te bestaan aan plaatsen, waar men samen
kan komen ter bevrediging van de behoefte aan gezelligheid
en/of kommunikatie.
Hieraan behoeft niet direkt het gebruik van alkohol te worden
gekoppeld, maar in de pruktijk gaat dit wel vaak samen.
Café's en bar's voorzien voor een groot gedeelte in deze
behoefte.
I. Gelet op de voorgaande konstatering zou als beleidsuitgangspunt
kunnen dienen, dat aan de bedrijfsmatige horecasector voldoende
ruimte moet worden gegeven.
Het probleem is daarbij vast te stellen wat onder voldoende
ruimte moet worden volstaan. Mogelijk kan een distributie-
planologisch onderzoek een houvast bieden, welk aantal en soort
horeca-inrichtingen als voldoende moet worden beschouwd (wij
merken hierbij nog op, dat invoering van een bepaald maximum-
stelsel op grond van art. 18 der wet niet tôt de mogelijkheden
behoort)
De wet van vraag en aanbod is naar onze mening in deze niet van
toepassing. Dit zou n.l. betekenen, dat pas een aanvraag om ver-
gunning zou kunnen worden ingewilligd, indien daartoe van de zijde
van de bezoekers voldoende vraag zou bestaan!
Hierbij dient ook te worden overwogen dat bepaalde inrichtingen
vele, vaak jonge bezoekers uit een verre omgeving aantrekken.
Indien deze kategorie inrichtingen veel overlast voor omwonenden
veroorzaken, dan zouden deze slechts kunnen worden toegelaten
op plaatsen waar een minimale overlast te verwachten is.
II, Hetzelfde als hiervoor vermeld voor de beroepsmatige inrichtingen
geldt ten dele ook voor de niet-beroepsmatigemet name dorpsge-
bouwen en gebouwencentra, die een zalenfunktie vervullen.
Natuurlijk zouden dergelijke inrichtingen kunnen funktioneren
zonder dat er de gelegenheid bestaat daarin alkohol te gebruiken.
Ook het gebruik van alkohol in deze inrichtingen is echter als
een algemeen maatschappelijk verschijnsel aanvaard.
Gesteld kan worden, dat deze inrichtingen ten dele een cafëfunktie
vervullen voorzover dit het houden van vergaderingen, feestavonden,
uitvoeringen, enz. betreft.
Het vaststellen van een gedragslijn voor het aantal dorpshuizen
en gebouwencentra met een zaalfunktie met een vergunning kan
eenvoudiger liggen dan voor café's, omdat het motief tôt het
oprichten van deze instellingen anders ligt, omdat deze instel-
lingen met een ander doel worden opgericht dan bijv. café's.
Cafë's e.d. worden vrijwel uitsluitend opgericht uit economische
overwegingen;