- 14 -
Het te voeren beleid.
Uitgangspunt kan zijn, dat in principe ieder dorp over een
gelegenheid kan beschikken waar raen zonder verplichtingen (dus
zonder bijv. lid van een bepaalde vereniging te zijn), kan
saraenkomen, hetzij uit gezelligheids overwegingen, hetzij voor
het bijwonen van een vergadering, feestelijke bijeenkomst, uit-
voering e.d.
Gelet op de grootte en de omvang van Stiens is het te verdedigen,
dat dit dorp over mecr dan êén zaak in deze branche beschikt.
Hiervoor hebben wij reeds uiteengezet, dat het moeilijk zal zijn
het juiste aantal zaken te bepalen.
De vrije vestiging is door de toepassing van art. 18 door u aan
banden gelegd, terwijl bovendien de officieuze uitspraak is
gedaan dat uit een oogpunt van leefbaarheid aan de Langebuorren
geen café's mogen worden gevestigd.
Momenteel is dit planologisch gezien de enige plaats in Stiens
waar café's zouden kunnen worden gevestigd.
De vraag zal moeten worden beantwoord of horecabedrijven alleen
dienen te worden geconcentreerd in het centrum of dat de mogelijkheid
moet worden geschapen voor het realiseren van éen of meer bedrijven
in de nieuwbouw.
Wij zijn van mening, dat vestiging in de oude dorpskern de voorkeur
verdient, waarbij kan worden gedacht aan de Langebuorren,
Smelbrêge, P.Jellessingel
Deze gedachtengang wijkt af van de eerder door u gedane uitspraak
geen café's toe te laten in de Langebuorren.
Wij zijn bij nader inzien echter van mening, dat indien er inder-
daad nog ruimte voor enkele horecabedrijven aanwezig blijkt te
zijn, deze beter in het hiervoor genoemd gebied kunnen worden
gesitueerd dan in de nieuwbouw.
In deze gedachtengang zou de Anjabar bij de herziening van
Stiens-zuidoost geen horecabesteraming dienen te krijgen.
Het bedrijf zou dan verder onder het overgangsrecht kunnen worden
voortgezet.
De afstanden van de nieuwbouwwijken tôt het centrum behoeven voor
een dergelijk beleid geen enkel bezwaar op te leveren.