Balkendster polder, het gebied rondom Finkum en het gebied tussen Jelsum
en Stiens)
Nu dit laaste niet gebeurd is hebben Gedeputeerde Staten goedkeuring
onthouden aan de gebieden die in het landschapsplan van de ruilverkaveling
zijn aangeduid als "agrarisch gebied met volledig te handhaven en gedeeltelijk
te handhaven strukturen".
Als tijdelijke voorziening maken Gedeputeerde Staten dan gebruik van hun
bevoegdheid zoals die neergelegd is in art. 28, lid 4, van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening.
Zij kunnen bij de onthouding van goedkeuring voorschriften geven om te
voorkomen dat een terrein minder geschikt wordt voor de verwerkelijking van
de daaraan bij een bestemmingsplan te geven bestemming.
Hieronder staat dit aanlegvergunningenstelsel vermeld.
I. Het is verboden in de bovenvermelde in het landschapsplan nader
omschreven gebieden zonder of in afwijking van een vergunning van
burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken,
geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
a. in gebieden met geheel b. in weidevogelgebieden
of gedeeltelijk te (Wijde Meer)
handhaven strukturen
het afgraven of ophogen
van gronden met meer dan
10 cmî x
2. het egaliseren van
gronden; x
3. het aanleggen c.q. het
verharden wegen en paden; x x
4. het inrichten van opslag-
plaatsen en vuilstort-
plaatsen; x x
5. het rooien of planten van
bomen en struiken, onverminderd
het bepaalde in de Boswet tôt
de krachtens deze wet gestelde
regeling; x
6. het verrichten van exploitatie-
boringen; x
7. het aanleggen van onder -of boven-
grondse energie- of transportlei-
dingen; x
8. het verrichten van werken of werk
zaamheden die een wijziging van
de waterstand en/of de waterhuis-
houding tôt gevolg hebben; x