- 5 -
Artikel 27
1. De vergunning wordt geweigerd indien vaststaat of met redenen is te vrezen
dat het verlenen van een vergunning niet in het belang is van een doel-
matige verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen of grof huisvuil.
2. Een weigering als bedoeld in het eerste lid is met redenen omkleed.
Artikel 28
De vergunning geldt zowel voor degene op wiens naam zij is gesteld, als
voor diens rechtverkrijgenden
Artikel 29
1. De vergunning kan geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken:
a. indien ter verkrijging daarvan verstrekte gegevens zodanig onjuist
of anders blijken te zijn dat op de aanvraag een andere beslissing
zou zijn genomen, indien bij de behandeling daarvan de juiste ge
gevens bekend waren geweest;
b. indien met de uitoefening van het beroep of bedrijf binnen eeri jaar
na de datum van afgifte van de vergunning geen begin is gemaakt;
c. indien het beroep of bedrijf gedurende langer dan een jaar niet is
uitgeoefend;
d. indien het beroep of bedrijf niet wordt uitgeoefend;
e. indien de aan de vergunning verbonden voorschriften niet in acht worden
genomen
f. indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten,
opgetreden na het verlenen van de vergunning, moet worden aangenomen dat*
het van kracht blijven van de vergunning op onaanvaardbare wijze in strijd
zou komen met de doelmatige of milieuhygiënisch verantwoorde verwijdering
van huishoudelijke afvalstoffen of grof huisvuil.
2. Een beschikking tôt intrekking is met redenen omkleed.
Zij wordt niet genomen dan nadat de houder van de vergunning in de gelegenheid
is gesteld zijn oordeel kenbaar te maken.
Artikel 30
1. Van een beschikking opeen aanvraag om vergunning kan de aanvrager en van
een beschikking met betrekking tôt een verleende vergunning kan de houder
van die vergunning beroep instellen bij de gemeenteraad.
2. Voor de toepassing van het voorgaande lid wordt het niet tijdig nemen van
een beschikking op een aanvraag om een vergunning met een beschikking tôt
weigering van een vergunning gelijkgesteld.
3. De in het eerste lid genoemde beschikkingen blijven buiten werking gedurende
de voor het beroep gestelde termijn en de behandeling van het beroep, tenzij
de beschikking inhoudt:
- de niet-ontvankelijkverklaring van de aanvrager in zijn aanvraag;
- het weigeren van een vergunning.
4. Een beroepschrift ingevolge dit artikel moet gemotiveerd en door degene die
beroep instelt ondertekend worden ingediend binnen een maand na de dag waarop
de beschikking is verzonden of uitgereikt, dan wel waarop de aanvraag ingevolge
het tweede lid geacht wordt te zijn geweigerd.
5. De gemeenteraad beslist op het bij hem ingesteldeberoep binnen twee maanden
na de dag waarop het beroepschrift ter gemeente-secretarie is binnengekomen.
Hij kan deze termijn éénmaal met ten hoogste twee maanden verlengen. Van de
verlenging wordt voor de afloop van de in de eerste volzin bedoelde termijn
schriftelijk mededeling gedaan aan degene die beroep heeft ingesteld.
6. De beslissing van de gemeenteraad is met redenen omkleed.
Artikel 31
Het is de houder van een vergunning, verleend krachtens artikel 25, verboden
te handelen in strijd met enig aan die vergunning verbonden voorschrift.