- 2 -
De gemeentelijKe salarisschalen bij de overige rangen commies/technisch
ambtenaar tôt en met hoofdcommies/technhoofdambtenaar vertonen in vergelijk
met de rijksschalen verschil t.a.v. het minimum (hoger dan de rijksschalen
het maximum (eveneens hoger dan de rijksschalen] en het aantal periodieken
(lager dan bij het rijk).
Ter verduidelijking is hierbij gevoegd een overzicht van de gemeentelijke en
rijksschalen per 1-7-'80, waarbij t.a.v. de schalen 1 t/m 18 geen rekening
is gehouden met de korting voor werknemers beneden de 21 jaar en de dienstuitloop
Ingevolge de herziene Ubink-normen is de funktie van de gemeentesecretaris voor
een gemeente ingedeeld in de klasse 8001-14000 inwoners gewaardeerd op niveau
12 en gekoppeld aan salarisschaal 148. Uit de circulaire van de minister van
B.Z. van 31-12-'80 citeren wij
"In het algemeen is de funktie van de gemeentesecretaris de zwaarste
"binnen het ambtelijk apparaat.
"Hiermee is niet uitgasloten, dat daarbinnen toch een andere funktie vaorkomt,
"die met inachtneming van de rijkswaarderingsverhoudingen, behoort te worden
"ingedeeld in een waarderings- en salarisniveau gelijk aan of misschien zelfs
"wel hoger dan dat van de gemeentesecretaris".
Met andere woorden, de overige schalen dienen lager te zijn dan die van de
gemeentesecretaris, ni. maximaal tôt schaal 130. Het maximum van deze schaal
bedraagt tussen de 85 en 87% van dat van de schaal waarin de gemeentesecretaris
is ingedeeld. Of voor bepaalde rangen, waarbij met name gedacht wordt aan de direc
teur gemeentewerken dezelfde schaal als die van de gemeentesecretaris [schaal 148)
moet worden opgenomen, dient nader te worden bepaald.
In het negatieve geval kunnen in de wijziging van de bezoldigingsverordening de
rijksschalen 1, 3, 18, 32, 43, 57, 71, 89, 103, 114 en 130 worden opgenomen.
Voorts dient een beslissing te worden genomen t.a.v. de volgende punten:
1.- tussenrangen
Een aantal gemeenten heeft in het verleden te kennen gegeven moeite te
hebben met de afstanden tussen de maxima van respectievelijk de schalen
103 en 114, 114, en 130, 130,en 148. Zij vragen zich af, of deze verschillen
op basis van de uitkomsten van de funktiewaardering gerechtvaardigd is.
In verband hiermede hanteren zij tussen niveau's. De minister stelt zich
hieromtrent op het volgende standpunt: "Hoewel ik uit een oogpunt van
harmonisatie daarvan geen voorstander ben, heb ik begrip voor dit standpunt
en berust ik erin, dat deze gemeenten hun tussenniveausuitsluitend binnen
de hierboven aangegeven ruimte handhaven".
O.i. is er geen aanleiding voor een tussenniveau tussen de schalen 103 en 114.
Het verschil tussen deze schalen is niet hoger dan tussen die van de daaronder
gelegen schalen.
Voor een tussenniveau tussen de schalen 114 en 130 is o.i. voor deze gemeente
geen aanleiding omdat:
a. hier sprake is van nieuwe schalen die hoger liggen dan de thans geldende
gemeentelijke schalen;
b. de omvang van de funkties i.h.a. niet zodanig is dat deze elkaar zo dicht
benaderen, dat een tussenniveau te rechtvaardigen is.