- 15 -
Een andere uitgaaf, waarvan thans de omvang nog niet Kan worden overzien en
waarvan de dekking evenmin geregeld is, zal kunnen voortvloeien uit de aansprake-
lijkheid van de gemeente als borg voor eenin de tientallen miljoenen lopend
bedrag aan gegarandeerde leningen, aangegaan voor de bouw van nieuwe, c.q.
de aankoop van bestaande "tweedehands" woningen. Een dezer dagen is de
ggmeente door een bank aangesproken voor een bedrag van rond 58.640,--
waarvan de helft zijnde 29.320,voor rekening van de gemeente komt. Dit
bedrag moet voor 1 januari 1982 worden betaald.
Wij vrezen, dat het niet bij dit ene geval zal blijven. Het ligt in onze
bedoeling voor dekking van de kosten zo mogelijk een reservefonds op te bouwen.
Binnen afzienbare tijd hopen wij een voorstel hiertoe aan u voor te leggen.
Ongetwijfeld zal aan de vorenstaande opsomming van komende lasten nog wel
een enkele toe te voegen zijn. Wij hebben ze slechts ter informatie en als
voorbeeld gegeven om te voorkomen dat de verwachtingen omtrent de mogelijkheden
van het bedrag voor onvoorzien-budgettair te hoog gespannen worden.
Ailes overziende is onze slotconclusie dat er reden is tôt een gematigde
tevredenheid omtrent het resultaat van de begroting 1982, waarbij echter
dient te worden opgemerkt, dat door de toegepaste bezuinigingen de rek groten-
deels uit de posten verdwenen is, wat voor de komende jaren aanleiding kan geven
tôt een (her)bezinning omtrent het gemeentelijke takenpakket.
Tenslotte nog een toelichting op een enkele post in de begroting.
Uit het voorstel bij de officiële aanbieding van de begroting heeft u kunnen
lezen, dat het niet in ons voornemen lag voorstellen tôt verhoging van de
onroerend goedbelasting en de rioolbelasting bij u in te dienen.
Uit het voorgaande heeft u kunnen concluderen, dat wij een verhoging van
de onroerend goedbelasting met 2eventueel acceptabel achten.
Het zal u blijken, dat de raming van de opbrengst van de onroerend goedbelasting
t.o.v. de oorspronkelijke raming 1981 vrij fors is gestegen. In deze stijging
is begrepen de 4% verhoging waartoe door u het vorig jaar werd besloten, alsmede
de opbrengst van een vrij groot aantal van de in de loop van het afgelopen
jaar gereed gekomen woningen. De 4% opbrengstverhoging was gebaseerd op een
geschatte waardestijging als gevolg van de hertaxatie die het vorig jaar heeft
plaats gehad. De uitkomst-van de taxaties bleek hoger te liggen dan in totaliteit was
geschat, waardoor de nieuwe tarieven het vorig jaar op een iets lager bedrag hadden
kunnen worden vastgesteld, dan in werkelijkheid heeft plaats gehad.
De stijging t.o.v. de oorspronkelijke raming 1981 van de belastingopbrengst in
totaliteit is daardoor meer dan 4% geweest.