3. De keuring van gestorven of in nood gedode slachtdieren geschiedt
in het slachthuis.
Artikel 8.
1. De keuring geschiedt van maandag tôt en met vrijdag met uitzondering
van officieel erkende feestdagen en wel tussen 6.00 en 18.00 uur.
Het bevoegd gezag kan in bijzondere gevallen van het bepaalde in de
voorgaande volzin afwijken.
2. Het bevoegd gezag kan het aantal keuringen bepalen dat per tijdseenheid
maximaal per slachterij mag worden verricht.
Artikel 9.
1. De keuring vôôr het slachten heeft zo spoedig mogelijk plaats en in
elk geval niet later dan op de werkdag volgende op die, waarop de
kennisgeving, bedoeld in artikel 4, werd verricht.
2. De keuring nâ het slachten heeft zo spoedig mogelijk plaats en in elk
geval niet later dan op de werkdag volgende op die, waarop het slachten
beëindigd werd.
3. Met betrekking tôt de in het eerste in tweede lid bedoelde keuringen
kan het bevoegd gezag regelen stellen terzake van de dagen en uren
waarop deze keuringen kunnen plaatsvinden.
Artikel 10.
Indien de keuringsdierenarts zulks voor het nemen van de keuringsbeslissing
noodzakelijk acht, mag hij zijn uitspraak uitstellen met dien verstande,
dat deze niet later wordt gegeven dan op de tweede werkdag nâ die, waarop
de keuring nâ het slachten werd aangevangen.
In bijzondere gevallen kan hij deze termijn verlengen.
Artikel 11
Degene, die een slachtdier ter keuring heeft aangeboden, is verplicht
wanneer het vlees voorwaardelijk is goedgekeurd, het vlees onder ambtelijk
toezicht over te brengen of te doen overbrengen naar een door het hoofd
aangewezen plaats.