- 5 -
Kennisgeving betreffende inrichtingen
Artikel 16.
1. Ieder, die de handel in of de verkoop van vlees of vleeswaren of het
bewaren van vlees of vleeswaren als bedrijf zal gaan uitoefenen of
uitoefent, is verplicht tenminste 8 dagen vôor het tijdstip van
ingebruikneming, wijziging of beëindiging van het gebruik van de voor
de uitoefening van het bedrijf dienende inrichtingen daarvan schriftelijk
kennis te geven aan het hoofd, onder opgave van de plaats van vestiging
of ontruiming en, bij wijziging, onder opgave van de aard van de wijziging.
2. Van de in het eerste lid bedoelde kennisgeving wordt door het hoofd
een schriftelijk bewijs verstrekt, dat op de eerste vordering van een
van de ambtenaren, die met betrekking tôt de wet opsporingsbevoegdheid
bezitten, moet worden getoond.
In voorraad hebben, tentoonstellen en
verkoop van vlees en vleeswaren
Artikel 17.
Het is verboden:
a. vlees, anders dan bij wege van bedrijf, ten verkoop of ter aflevering
voorhanden te hebben elders dan in bedrijfsruimten, welke voldoen aan
de eisen, krachtens artikel 19 van de wet gesteld.
b. vlees ten toon te stellen elders dan in bedrijfsruimten, welke voldoen
aan eisen, krachtens artikel 19 van de wet gesteld, tenzij met toestemming
van het bevoegd gezag;
c. vleeswaren, anders dan in gesloten voorwerpen of verpakking ten toon
te stellen, ten verkoop of ter aflevering in voorraad te hebben vôor
de huizen, op of aan de openbare weg of op markten zonder vergunning
van het bevoegd gezag of in strijd met de aan zodanige vergunning verbonden
voorschriften.
Van gestorven en in nood gedode slachtdieren
Artikel 18.
De eigenaar of houder van een gestorven of een in nood gedood slachtdier,
die de bedoeling heeft dit geheel of gedeeltelijk te slachten of te doen
slachten, is verplicht dit in een dicht transportmiddeldan wel goed
afgedekt te vervoeren of te doen vervoeren naar een slachterij bedoeld
in artikel 23 van het Eisenbesluit (Vleeskeuringswet)