De schenking van de deurplaten door de bevolking is echter één van de
overwegende argumenten geweest om de deuren te handhaven.
Het idee van de heer Ketellapper kcmt bij hem over als eenuitvinding
van het wiel.
Het collège heeft vele mogelijkheden onderzocht.
□e problemen liggen bij de ophanging van de deuren in het deurkozijn.
Dit moet worden aangepakt.
Wat de dekking betreft merkt hij op dat het gaat om een probleem dat
onafhankelijk is van de verbouw van het gemeentehuis
Tiidelijk voorzitter De Haan onderstreept deze uitspraak.
Als alternatief zou z.i. denkbaar zijn een deel te boeken t.l.v. energie-
besparende maatregelen.
De heer Teitsma zegt dat zijn fraktie, gehoord" de discussie, met het voor-
stel akkoord kan gaan.
De heer Beuker geeft nog een'nadere toelichting op zijn zienswijze m.b.t.
de dekking van deze uitgave en verzoekt om de suggestie van de heer
Ketellapper nader te onderzoeken.
De heer Visser merkt daarbij op dat de heer Van Rijn niet duidelijk maakt
dat dit onderzocht is.
De heer Ketellapper zegt dat met een wieltje het kozijn geheel kan worden
ontlast
De heer Boersma vindt, dat wanneer de zaak overeenkomstig de suggestie van
de heer Ketellapper kan worden opgelost, dat meegenomen moet worden.
Er is een oprit voor invaliden. maar dezen kunnen de deur niet nemen.
Dat is weinig gastvrij
Hen moet verder kunnen dan de stalen deur.
Wethouder Van Rijn zegt dat de dekking van deze uitgaven nader zal
worden bezien. Hijgeeft toe dat de toegang voor invaliden verre van ideaal
De aanwezige drempel moet weg.
De uitvoering zal echter niet direkt plaatsvinden
Hij stelt voor in te stemmen met het krediet en zegt toe de suggestie van
de heer Ketellapper te zullen onderzoeken.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen met de aanteke
ning dat de heer Ketellapper geacht wordt te hebben tegen gestemd.
(Het vervolg is wel opgenomen op de band).
Wethouder De Haan stelt voor in afwachting van de terugkeer van de
burgemeester vervolgens eerst aan de orde te stellen punt 9 van de
agenda
Voorstel betreffende het verlenen van een bijdrage in de stichtingskosten
voor de bouw van een nieuwe bibliotheek. kant 1 1-4 428.
Over dit punt wordt het woord gevoerd door de heren Jansma, Faber, Boersma
Beuker, mevr.Visser en wethouder De Haan.