Agendapunt 8. Voorstelnummer 82/ 140 DnderwerpStiens, 10 november 1982 afvalstoffenheffing Aan de gemeenteraad In ons voorstel nr. 82/129 d.d. 14 oktober 1982 betreffende belastingmaatregelen hebben wij u aangekondigd, dat wij u een afzonderlijk voorstel zullen doen met betrekking tôt de reinigingsrechten Aanleiding tôt deze afzonderlijke behandeling geven: a. de toepassing van de Afvalstoffenwet; b. de kostendekking. Ten aanzien van de Afvalstoffenwet en toepassing daarvan delen wij u het volgende mee. Op 1 oktober 1979 is een belangrijk deel van deze wet in werking getreden. Het betreft hier ondermeer de artikelen 3 en 62. Krachtens artikel 3 draagt elke gemeente er zorg voor dat tenminste éénmaal per week de huishoudelijke afvalstoffen worden ingezameld bij elke binnen haar grondgebied gelegen perceel waar zodanige stoffen geregeld in een particuliers huishouding kunnen ontstaan. Gedeputeerde Staten kunnen evenwel op ons verzoek en in het belang van een doelmatige inzameling bepalen dat deze in bepaalde gedeelten van de gemeente achterwege blijft, dan wel dat deze zich over een langere période uitstrekt. Bij het achterwege laten van de inzameling dient het gemeentebestuur er echter voor te zorgen dat op tenminste één daartoe beschikbaar gestelde plaats gelegenheid wordt geboden huishoudelijke afvalstoffen achter te laten. Gedeputeerde Staten kunnen voorts bepalen dat het meer dan êên plaats moet zijn. Een verordening in deze zin is door u in uw vergadering van 21 mei 1981 vastgesteld. Ingevolge artikel 62 kan elke gemeente ter bestrijding van de kosten die voor haar verbonden zijn aan de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en van daarmee gelijkgestelde afvalstoffen (grof huisvuil als koelkasten, meubilair en tuinafval) een heffing in stellen waaraan kunnen worden onderworpen de feitelijke gebruikers van de percelen waarvoor de inzamelplicht geldt. De kring belastingplichtigen die onder deze omschrijving valt is aanzienlijk ruimer dan die van de belastingplichtigen vallende onder de huidige reinigingsrechtverordening De laatstbedoelde kring belastingplichtigen beperkt zich tôt hen die feitelijk van de reinigingsdienst gebruik maken. In diverse gemeenten is in het verleden getracht die kring belastingplichtigen uit te breiden door o.a. al degenen als belastingplichtigen aan te merken die langs een route van de inzameldienst wonen, tenzij kan worden aangetoond dat gedurende een aantal maanden geen gebruik van de dienst was gemaakt. De Hoge Raad achtte het leggen van de bewijslast bijde belastingplichtigen niet juist en verklaarde de betreffende belastingverordeningen dan ook onverbindend De afvalstoffenwet stelt de gemeente echter in staat van de gebruikers van elk perceel een vergoeding te vragen. De belastingplicht is derhalve niet afhankelijk van het metterdaad gebruik maken van die mogelijkheid.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1982 | | pagina 27