Nr.82/ 140.
De raad van de gemeente Leeuwarderadeel
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 1982;
gelet op artikel 62 van de Afvalstoffenwet en de artikelen 272 en 277 van
de Gemeentewet;
b e s 1 u i t
vast te stellen de volgende:
Verordening op de heffing en de invordering van de
afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten
Hoofdstuk I - Inleidende bepaling
Artikel 1
Krachtens deze verordening worden geheven:
a. een afvalstoffenheffingj
b. reinigingsrechten.
Hoofdstuk II - Afvalstoffenheffing
Artikel 2
Aard der heffing
Onder de naam "Afvalstoffenheffing" wordt een belasting geheven als bedoeld
in artikel 62 van de Afvalstoffenwet
Artikel 3
Begripsomschrijving
In deze verordening wordt onder een perceel verstaan een gebouwd onroerend
goed— of een gedeelte ervan - dat blijkens indeling en inrichting bestemd
is om als afzonderlijk geheel door een particulière huishouding te worden
gebruikt en ook als zodanig wordt gebruikt.
Met perceel worden gelijkgesteld: een sta-caravan, een woonboot, een woonwagen
en een demontabel zomer- of vakantiehuisje indien gebruikt door een particulier
huishouding.
Artikel 4
Belastingplicht
1. Belastingplichtig voor de afvalstoffenheffing is degene, die naar omstandigheden
beoordeeld al dan niet krachtens een zakelijk of persoonlijk recht feitelijk
gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan de gemeente verplicht is
tôt de in artikel 3, eerste lid, van de Afvalstoffenwet bedoelde dienstverlening
2. Gebruik door leden van een huishouding wordt aangemerkt als gebruik door het
hoofd van die huishouding. Voor de toepassing van dit artikel wordt een
samenwoning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, letter d, van het Besluit
bevolkingsboekhouding met een huishouding gelijkgesteld.
3. Het gebruik van een perceel door meer dan êên persoon, tezamen niet een
huishouding vormend, wordt aangemerkt als gebruik door de persoon, de stichting,
de vereniging of een ander rechtspersoon, die verantwoordelijk is voor het gebru
of die zulk een gebruik mogelijk heeft gemaakt.