- 2 -
4. onderhoud van schoolmeubelen, ontwikkelingsmateriaal
hulpmiddelen en schoolbehaeften 71,94
5. aanschaffen van ontwikkelingsmateriaal, hulpmiddelen
en schoolbehoeften - 7.129,57
6. onderzoek van sollicitanten, vergoeding van reiskosten
en bijwonen van proeflessen - 79,05
7. plaatsen van advertenties - 1.590,79
8. teruggaaf van portokosten en andere kleine uitgaven van
leidsters - -,
9. kosten van de oudercommissies - -,
10. kosten van geneeskundig onderzoek - 919,58
11. telefoonkosten openbare kleuterscholen - 1.393,54
12. Administratiekosten 38% van (170 2/3 x 88,15) - 5.717,11
totaal f 16.901,55
dat het aantal lokalen voor het openbaar kleuteronderwijs over 1981 moet
worden gesteld op 12,21 en het gemiddeld aantal leerlingen van dat onderwijs
over gemeld jaar op 170 2/3.
dat de bedragen, die van rijkswege voor 1981 per lokaal en per kleuter
beschikbaar zijn gesteld, blijkens de circulaire van het ministerie
Onderwijs en Wetenschappen onderscheidenlijk 4.100,en 88,15
bedragen
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder d.d. 9 november 1982j
b e s 1 u i t
I. a. het bedrag, dat de gemeente in het jaar 1981 terzake van de in artikel 38,
onder h en i der Kleuteronderwijswet bedoelde kosten ten behoeve van de
openbare kleuterscholen werkelijk heeft uitgegeven, voorlopig vast te
stellen op 91.229,59;
b. het bedrag, dat overeenkomstig het krachtens artikel 43, eerste lid dier
wet per lokaal bepaald bedrag in verband met het aantal lokalen van die
scholen, voor dat kalenderjaar daarvoor van rijkswege is beschikbaar
gesteld, voorlopig vast te stellen op 4.100,x 12,21 50.061,
c. het verschil tussen de onder a en b vermelde bedragen te bepalen op
f 91.229,59 - 50.061,-- 41.168,59 zijnde laatstvermeld bedrag meer
uitgegeven dan van rijkswege was beschikbaar gesteld;
d. het bedrag, dat de gemeente in het jaar 1981 terzake van de in artikel 38
onder j t/m 1 dier wet bedoelde kosten ten behoeve van de openbare kleuter
scholen heeft uitgegeven voorlopig vast te stellen op 16.901,55;
e. het bedrag, dat overeenkomstig het krachtens artikel 44, 1e lid dier wet
per leerling bepaald bedrag in verband met het aantal kleuters van die
scholen voor dat kalenderjaar daarvoor van rijkswege beschikbaar is gesteld,
voorlopig vast te stellen op 170 2/3 x 88,15 15.044,21;
f. het verschil tussen de onder d en e vermelde bedragen te bepalen op
16.901,55 - 15.044,21 1.857,34 zijnde laatstvermeld bedrag
meer uitgegeven dan van rijkswege was beschikbaar gesteld;
- 3 -