Nr. 83/ 36.
De raad der gemeente Leeuwarderadeel;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 maart 1983;
Gelet op de artikelen 171 en 228 der gemeentewet;
b e s 1 u i t
aan de voetbalvereniging "Stiens" gevestigd te Stiens, rechtspersDonlijkheid
bezittende krachtens Koninklijk Besluit van 28 maart 1961, no. 52;
het recht van opstal te verlenen op een gedeelte van het aan de Truerderdyk te
Stiens gelegen perceel, kadastraal bekend gemeente Hijum, sectie D, nr. 1868 dis,
zoals op bijgaande situatietekening is aangegeven voor 20 achtereenvolgende
jaren
onder de navolgende voorwaarden en bedingen:
1. de opstalhoudster is verplicht jaarlijks voor of op 1 augustus aan de gemeente
bij vooruitbetaling te voldoen een vergoeding van 100,--; bij niet
- of niet tijdige - betaling van deze vergoeding heeft de gemeente de bevoegdheid
dadelijk het opstalrecht te doen beëindigen, zonder dat enige ingebrekestelling
of rechtelijke uitspraak zal zijn vereist;
2. de opstalhoudster kan het onroerend goed in eigen gebruik en genot aanvaarden
op de sub 1 gemelde datum, in de staat, waarin het zich dan bevindt, met aile
daaraan verbonden heersende en lijdende erfdienstbaarhedenrechten en lasten;
de gemeente waarborgt de opstalhoudster het rustig en vreedzaam bezit van
het recht van opstal; zij zal het onroerend goed niet verder met erfdienstbaarheden
of andere zakelijke rechten mogen belasten, behoudens het hierna bepaalde;
3. de opstalhoudster is verplicht aile sport- en andere verenigingen of gezelschappen
welke vanwege burgemeester en wethouders toestemming hebben ontvangen tôt het
gebruik van één of meer sport- en/of oefenterreinen aan de Truerderdyk, tôt de
kleedakkommodatie en bijbehorende sanitaire en andere ruimten toe te laten
voor het normale gebruikj burgemeester en wethouders kunnen aan de opstalhoudster
toestemming verlenen tôt het voor kortere of langere tijd dan wel blijvend
gesloten houden der kleedakkommodatie met bijbehorende ruimten voor één of méér
met name genoemde verenigingen dan wel één of méér met name genoemde personen,
welke inbreuk maken op de bestemming van het gebouw, de goede orde of zeden
verstoren dan wel zich op andere wijze aan een strafbaar feit of ergerlijk
gedrag schuldig maken;
4. de opstalhoudster is gerechtigd de op het onroerend goed aanwezige gebouwen,
werken of beplantingen uit te breiden, waarvan de omvang, de aard en de
bestemming vooraf door burgemeester en wethouders zijn goedgekeurd;
5. de grond- en wegbelasting dan wel de onroerend goedbelastingen en aile verdere
zakelijke rechten, welke van het onroerend goed worden geheven dan wel zullen
worden geheven, komen voor rekening van de opstalhoudster met ingang van
1 januari 1979 en blijven te haren laste tôt de eerste januari na het einde van
het opstalrecht;
6. de sub 1 gemelde vergoeding moet worden voldaan zonder enige kosten, korting,
inhouding of vergelijking;
7. bij het einde van het opstalrecht vergoedt de gemeente de boekwaarde van de door de
opstalhoudster gestichte gebouwen; zij is niet verplicht de waarde te vergoeden
van getimmerten en beplantingen, almochten deze ook met goedkeuring van
burgemeester en wethouders zijn aangebracht; de te vergoeden boekwaarde wordt
door burgemeester en wethouders en de laatste opstalhoudster in onderling
overleg vastgesteld;
- 2 -