i
- 2 - I
8. de sub 7 genoemde vergoeding kan worden verminderd met de door de gemeente
in de loop der jaren aan de opstalhoudster c.q. diens voorganger(s) verstrekte
bijdragen en subsidies in de exploitatietekorten uitbreidingen of verbeteringen
van de kleedakkommodatie of een gedeelte daarvan, indien de verplichtingen
van de opstalhoudster lager zijn dan de vastgestelde boekwaarde der akkommodatie;
9. de opstalhoudster is gehouden telkenjare voor 1 april aan burgemeester en
wethouders een overzicht te verstrekken van de ten behoeve van de akkommodatie
aangetrokken vreemde financieringsmiddelen en het aflossingsplan daarvan;
zij mag zonder toestemming van burgemeester en wethouders de akkommodatie niet
vervreemden of bezwaren, terwijl zij tevens overlegt een exploitatie-overzicht
van het voorafgaande exploitatiejaar;
10. indien binnen twee maanden na het einde van het opstalrecht geen overeenstemming
wordt verkregen omtrent de sub 7 bedoelde vergoeding, wordt deze vergoeding
door de Gedeputeerde Staten van Friesland vastgesteld, welke beslissing voor
beide partijen bindend is;
11. indien de opstalhoudster de exploitatie en het beheer van de kleedgelegenheid
in handen geeft van een vereniging, rechtspersoon of natuurlijk persoon is
zij gehouden, dusdanige bepalingen en bedingen in het op te maken contract op
te nemen, dat de in deze overeenkomst vervatte bepalingen worden nageleefd;
bij niet-naleving van deze bepalingen neemt zij dusdanige maatregelen, dat
de naleving voor de toekomst wordt gewaarborgd;
12. deze overeenkomst van opstalrecht kan telkens na vijf jaren vanaf de datum
der overeenkomst worden herzien; de betrokken partij, welke herziening noodzakelijk
acht, doet hiervan onder opgave van de gewenste wijzigingen tenminste zes
maanden voor afloop van het vijfjarig tijdvak mededeling aan de tegenpartij,
welke haar bezwaren binnen twee maanden kenbaar kan maken; de wijzigingen kunnen
enkel betrekking hebben op gewijzigde omstandigheden; bij niet-overeenstemming
beslissen Gedeputeerde Staten van Friesland, welke beslissing voor beide
partijen bindend is;
13. bij niet-naleving van één of meerdere bepalingen van deze overeenkomst heeft de
gemeente de bevoegdheid dadelijk het opstalrecht te doen beëindigen zonder
dat enige ingebrekestelling of rechterlijke uitspraak zal zijn vereist;
14. aile kosten en rechten van de uit dit besluit voortvloeiende akte, alsmede die
van de tenuitvoerlegging daarvan komen voor rekening van de opstalhoudster.
15. deze overeenkomst van opstalrecht wordt geacht in werking te zijn getreden op
1 augustus 1978.
Aldus vastgesteld door de raad voornoemd in
vergadering van 31 maart 1983.
(H. Boschma)