V 1 Agendapunt7. Voorstelnr: 83/48. □nderwerpStiens, 30 maart 1983. deelneming aan de gemeenschap- pelijke regeling met betrekking tôt de welstandszorg Aan de gemeenteraad Sinds 58 jaar bestaat in de provincie de provinciale Friese Schoonheids commissie, die op instigatie van de toenmalige commissaris der Koningin is opgericht, en waarvan nagenoeg aile gemeenten in de provincie lid zijn, teneinde aan hun wettelijke verplichting met betrekking tôt de welstands- beoordeling van bouwplannen door een deskundige commissie te voldoen. Indertijd is gekozen voor een informele organisatie, door, in plaats van de oprichting van een zelfstandig instituut, het bureau - dat gevestigd is in het kantoor van de provinciale planologische dienst - te doen funktioneren in nauwe samenwerking met genoemde provinciale dienst en de personele- en materiële kosten daarvan via de provinciale begroting te verrekenen met de commissie, die de middelen daarvoor voornamelijk ontleent aan de heffing van leges voor haar dienstverlening Bestuurlijk is de schoonheidscommissie geleidelijk los gemaakt van de provincie en in sterkere mate gaan funktioneren als intergemeentelijke organisatie, hetgeen gezien de taakopdracht ook het meest juist is, maar de onduidelijke organisatievorm werd langzamerhand als een knelpunt ervaren, met name ook doordat de provincie met haar gewijzigd begrotingssysteem aan de schoonheidscommissie onwelgevallige beheerskosten in rekening moest gaan stellen. Herhaalde besprekingen tussen de bestuurscommissie en het provinciaal bestuur hebben tenslotte geleid tôt een voorstel aan de algemene vergadering om te komen tôt voortzetting van de commissie in de vorm van een gemeenschappelijke regeling.(Zie de bij de stukken ter inzage liggende brief d.d. 25 november 1982). In zijn bijeenkomst van 17 december 1982 heeft de algemene vergadering - waarin elke deelnemende gemeente is vertegenwoordigd - het voorstel met algemene stemmen aanvaard In aansluiting heeft de bestuurscommissie ons verzocht de vereiste besluiten te nemen, die kunnen leiden tôt voortzetting van het welstandswerk in de vorm van de bij de stukken ter inzage liggende gemeenschappelijke regeling. Hierin komen geen bepalingen voor die essentieel afwijken van de thans bestaande regeling, voor wat betreft de taak m.b.t. de welstandszorg en de omslag van de kosten. Gelet op de verantwoordelijkheid van de gemeentebesturen voor de welstandszorg en de morele verplichtingen ten aanzien van de huidige organisatie, is het gewenst dat de gemeentebesturen aan de totstandkoming van deze gemeenschappelijke regeling hun medewerking zullen verlenen. - 2 - i

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1983 | | pagina 37