- 4 -
Dan kom ik bij punt A van het voorstel.
Ik ben het met de voorgestelde samenstelling niet eens. Dat gaat dan om de
Beleidskommissie in de nieuwe stijl.
Zoals ik in het voorgaande al betoogd heb, zijn er naar mijn mening twee
kanten aan het terrein van het Sociaal-Kultureel Werk.
Naar mijn mening dienen belangengroeperingen of maximaal vertegenwoordigd te
zijn in de beleidskommissie (dit dus als ene mogelijkheid) of in invloed uit-
oefenen via allerlei vormen van inspraakprocedures
Aangezien het kollege vanavond met een voorstel komt en ook daarvoor heeft
gekozen, om een maximale inbreng via overlegplatforms een koordinatiepunt te
realiseren, ben ik van mening dat die groeperingen voldoende vertegenwoordigd
zijn in die groepen en dus niet thuis horen in de beleidskommissie Welzijnszaken
□ok niet omdat er eigenlijk gekozen wordt voor slechts een beperkte vertegen-
woordiging van die groeperingen. Die, of ze het willen of niet de belangen van
hun achterban tocfiamWâwerken bij hun besluitvorming
Dat nu de beleidskommissie door de instelling van het koordinatiepunt zodanig
ontlast wordt, dat zo spoedig mogëlijk voorbereidende werkzaamheden dienen aan
te vangen om te komen tôt een afgewogen welzijnsplanEn dan bedoel ik in het
brede kader.
Met de definitieve samenstelling van deze kommissie zal dan eigenlijk ook nu
rekening moeten worden gehouden.
Dat zijn een paar reakties van mijn kant en ik zou graag eerst de reaktie van
het kollege hierop willen horen en ook op de vraag en dat is punt B., daar
staat lid 1 van hetzelfde artikel te beperken tôt de voordracht van 1 lid en
dat is pagina 2. Ik denk dat dat niet helemaal juist omschreven is, ik dacht
dat het lid 2 was, want lid 1 kan ik niet zo lezen en dan graag de vraag
waarom de vertegenwoordiging van de raad van 2 naar 1 moet worden teruggebracht
Roorda
Voorzitter, er blijkt behoefte te bestaan om de struktuur van het Sociaal-
Kultureel Werk omnieuw te bekijken. Voor ons ligt nu een voorstel om zo'n
nieuwe struktuur gestalte te geven.
Ik wil beginnen met te zeggen dat in grote lijnen dit voorstel ons wel wat
lijkt. Op verschillende onderdelen hebben wij wel enige bezwaren en opmerkingen.
Ten eerste het opheffen van de werkgroepen.
Je kunt het niet anders stellen dan dat de werkgroepen bij de eerste aanzet
van het Sociaal-Kultureel plan voortreffelijk werk hebben gedaan.
Ik denk dan vooral aan de inventarisatie
Maar toch is het zo dat bij de verdere gang van zaken deze werkgroepen eigen
lijk niet funktioneerden
Ik denk dan ook dat het opheffen van de werkgroepen ook bij de betrokkenen
zelf niet veel pijn oplevert. Dit is gewoon het kappen van dood hout
Dan de samenstelling van de beleidskommissie.
Wat dit betreft, zijn wij van mening dat het standpunt in deze van de minder-
heid duidelijk de voorkeur verdient.
Bij de behandeling van de standpuntbepaling over de samenstelling van de beleidskom
missie in de raadsvergadering van 8 juni 1982 heeft onze fraktie duidelijk gesteld
dat bij het streven naar vereenvoudiging moet worden voldaan aan de gedachte
dat de verschillende bevolkingsgroepen zo goed mogëlijk in de beleidskommissie
zijn vertegenwoordigd.
Nu zijn wij als C.D.A.-fraktie bezorgd over het feit dat voornamelijk de ver
tegenwoordiging van de organisaties op levensbeschouwelijke basis in het ge-
drang komen bij de inkrimping van de beleidskommissie, zoals de meerderheid
van het collège voorstelt.
- 5 -