- 11 - We subsidiëren aktiviteiten, we subsidiëren ook beroepskrachten Ik heb het niet precies becijfert, maar ik denk dat de subsidies buiten "8-88", de aktiviteiten-subsidies voor verenigingen en organisaties, dat die omvangrijker zijn, dan de aktiviteiten-subsidies aan "8-88". Wij subsidiëren bij "8-88" in het bijzonder beroepskrachten bij de overige verenigingen/organisaties aktiviteiten. Natuurlijk zijn de beroepskrachten kapitaalsintensiver, om het zo maar eens te stellen, als aktiviteiten als zodanig Dus als u dergelijke vergelijkingen trekt krijgen we een discussie. De dis- cussie krijgen we in de toekomst nog wel over de verhouding vrijwilligerswerk en werk met beroepskrachten. Dan praat je over de dingen waarover het in dit soort zaken gaat Nog iets over de algemene inleiding van dhr. Van Iperen. Hij vindt ook het overlegplatform per dorp een goede zaak, tevens ook het koordinatiepunt als zodanig. Hij tekent wel bezwaren aan tegen de roi van de stichting daarin. Ik ben daar al op ingegaan. Het gaat om een zaak die in prin cipe zelf voor het particulier initiatief moet zorgen. Dan gaat het er om dat "8-88", gezien de subsidie die we voor de beroepskrachten geven, de eerst aangewezen instelling is. Maar het blijft proberen. Dit zal dan ook volgens jaar geëvalueerd worden. Er werd ook gezegd: eigen belangen van "8-88", ja natuurlijk, maar dat geldt voor elke particulière club die hierin meedraait. Het gaat per definitie om de mogelijkheden dat het particulier initiatief dit voorelkaar krijgt en dan spelen eigen belangen daarbij altijd een roi. "8-88" is één van de 7 of 10. Ik denk dat er genoeg tegengewicht is wat die eigen belangen betreft. Dan de beleidskommissieDe heer Van Iperen zegt dat die niet goed is samen- gesteld. Hij heeft geen voorstel gedaan voor een betere samenstellingUit zijn betoog kun je wel enkele konklusies trekken. Ik ben het met hem eens, dat de beleidskommissie - in tegenstelling met wat de naam suggereert - zich in feite met een te klein terrein bezighoudt. Deze kommissie zal zich in de toekomst op een breder terrein moeten bewegen. Dat zal dan weer konsekwenties hebben voor de samenstelling. Een tweede element in de opmerkingen van de heer Van Iperen was het gemeente- bestuur, dat een algemeen belang heeft te behartigen en de struktuur van de beleidskommissie en de werkgroepen, waar de particulière groepsbelangen zoveel mogelijk in vertegenwoordigd moeten zijn. Aan de samenstelling van de beleidskommissieszitten vanzelfsprekend twee kanten. Dat is altijd zo met kommissies. Aan de ene kant zijn dat vertegenwoordigingen uit de maatschappij aan de andere kant zijn zij ook overheidsorgaan, wat ook het algemeen belang in de gaten moet houden. Zo'n kommissie is wat dat betreft een tweeledig geval. Dat komt m.i. dan ook tôt uitdrukking in de samenstelling van deze beleidskommissie die aan de ene kant vertegenwoordigers heeft van min of meer aanwijsbare groepsbelangen en aan de andere kant ook vertegenwoor digers van brede kategorieën van werksoorten en bevolkingsgroepen Dus die beide elementen: algemeen belang/groepsbelang zitten er in. Vanuit die hoek bekeken sluit deze kommissie zo goed mogelijk aan bij de samen stelling van de bevolking en is daarom ook in staat om zowel de deelbelangen als het algemeen belang te behartigen. Dan dhr. Roorda, die zich ook in grote lijnen akkoord verklaart met deze nieuwe struktuur en m.n. ingaat over het meerderheids- en minderheidsvoorstelwat de samenstelling van de kommissie. Hierop wil ik aan net eind van mijn verhaal graag terugkomen. - 12 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1983 | | pagina 17