- 13 - Stellen van prioriteiten als overlegplatform. Ook andere raadsleden hebben dit gevraagd. Hoe moeten wij ons dit voorstellenî □hr. Roorda merkte terecht op dat het koordinatiepunt geen bevoegdheid overneemt van de beleidskommissie welzijnszaken Het is uiteindelijk de kommissie welzijnszaken die het konsept-plan en het konsept^programma voorlegt aan B. en W. In de fase daaraan vooraf adviseert het overlegplatform alleen maar aan de beleidskommissie en niet aan B. en W. Maar ook de beleidskommissie blijft te allen tijde adviserend en niet besluit- vormend Als nu het koordinatiepunt ook prioriteiten aan moet geven, dan kan dat alleen binnen de beleidslijn van het sociaal-kultureel plan, wat in konsept is vast- gesteld door de beleidskommissie en defintief is vastgesteld door de raad. Het kan natuurlijk niet dat het koordinatiepunt eigen prioriteiten gaat stellen. Het is voor de beleidskommissie wel zo, dat al heb je de prioriteiten duidelijk op een rijdan moet je van werksoort tôt werksoort ook nog prioriteiten stellen. Binnen dit raam van grote prioriteiten, kan het koordinatiepunt praktische prioriteiten stellen. Dan de samenstelling van het koordinatiepunt. Tien personen of 7 leden, er zijn 7 personen aangegeven wat betreft de leden op persoonlijke titel. Staat er ook aangegeven 1 lid op persoonlijke titel of meer. Daar zit de uitbreidingsmogelijkheid in. We moeten dit allemaal maar eens bekijken. Nisschien is er veel voor te zeggen, m.n. omdat het allemaal belanghebbenden zijn, om een zeker tegenwicht in te bouwen in de vorm van een aan- tal leden op persoonlijke titel. De beleidskommissie zelf zal dit nog bekijken. Ik ben het met u eens, je moet niet een grote club maken om een grote club te hebben Er is veel voor te zeg gen om het zo klein mogelijk te houden, maar misschien zijn er argumenten om het toch niet bij 7 te laten. □at moeten we nog maar eens bekijken. Ik denk dat ik nu aile opmerkingen wel heb gehad en kom dan als laatste nog op het meerderheids- en minderheidsvoorstel voor wat betreft de samenstelling van de beleidskommissie. Ik vorm de minderheid in het collège. De meerderheid moet maar voor zichzelf praten. Ik heb me n.l. op het standpunt gesteld, en dat staat ook zo in het voorstel, dat de omvang van de beleidskommissie als zodanig geen probleem heeft gevormd. Er is wat voor te zeggen om de kommissie zo klein mogelijk te houden, maar de omvang als zodanig is geen probleem geweest. Ik vind dat we, nu we de werk- groepen opheffen, al een inkrimping krijgen. Ik denk niet dat het nodig is, er is ook geen enkel motief aanwezig, om de twee vertegenwoordigers van de onderwijs- loot en de kerken terug te brengen. Er is des te minder motief voor, omdat in het kollegeprogram in paragraaf 7 .2 staat en ik citeer letterlijk: "bij de samen stelling van de beleidskommissie welzijnszaken moet uitgegaan worden van een brede verankering in de samenleving waarbij recht gedaan moet worden aan de onderscheiden groeperingen en welzijnsbelangen" Je kunt in débat gaan, over hoe dat precies moet, maar het valt niet te be- strijden dat met het terugbrengen van deze leden aan representatieviteit inge- boet wordtWat dat betreft acht ik het wel in strijd met het kollegeprogramma Dus twee redenenHet funktioneren van de beleidskommissie tôt nu toe heeft ons gebracht tôt deze nieuwe struktuur. Uit het funktioneren van de vertegen woordigers van de onderwijsloot en de kerken in deze kommissie is geen enkel motief te halen om dit op die punten terug te halen en dan acht ik het ook lijnrecht in strijd zo niet met de letter maar dan toch wel met de geest van het kollegeprogramma. - 14 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1983 | | pagina 19