- 3 -
Het ging hem juist om de mogelijkheid zijn belangrijkste hobby, te weten
tuinieren, op het bijbehorende perceel aldaar te kunnen uitoefenen.
Door het voorliggende bestemmingsplan wordt hij daarin naar zijn mening
ernstig beknot.
Tenslotte voert de heer Borger aan dat er in Oude Leije nog genoeg bouw-
rijpe terreinen zijn, onder andere aan het Skoallepaed, welke terreinen
thans als volkstuin in gebruik zijn.
Met betrekking tôt dit laatste merken wij op dat de door de heer Borger
bedoelde gronden aan het Skoallepaed in het ontwerp-bestemmingsplan eveneens
bestemd zijn voor woningbouw.
Voor wat betreft het eerstgenoemde bezwaar merken wij het volgende op.
In dit verband is een afweging van aile in het geding zijnde belangen van
belang
Enerzijds is er het belang van de heer Borger bij de onderhavige grond welke
bestaat uit het uitoefenen van zijn belangrijkste hobby, n.l. tuinieren.
Anderszijds is er de woningbouw waarvan het belang in het vorenstaande nader
is belicht.
De vraag is thans aan de orde of het belang van de heer Borger verhoudings-
gewijs te sterk wordt aangetast. Dit dient bezien te worden tegen de achter-
grond dat zich in het algemeen een steeds intensiever gebruik van de in opper
vlakte zeer beperkte bodem voordoet, gezien de ontwikkelingen in deze tijd en
dat zich in het bijzonder ter plaatse de behoefte aan verdere uitbreiding van
de woningbouw doet gevoelen.
Weliswaar wordt de tuin van de heer Borger verkleind, toch komt het ons reëel
voor dat hij binnen het volkstuinenkomplex ten noorden van het Mûntspaed een
nieuwe tuin zal kunnen inrichten. Oat daarmee voor hem, vergeleken met de
huidige situatie, waarbij de tuin direct grenst aan zijn huisperceel, een
andere situatie zal ontstaan, is duidelijk.
Als dat voor de heer Borger al een situatie is die voor hem enige overlast
met zich meebrengt zal dat naar onze mening niet een onevenredig zware last
zijn daar in principe aile gebruikers van de volkstuinen elders wonen.
Gelet op het vorenstaande achten wij de bezwaren van de heer Borger dan ook
ongegrond.
Komt u, met ons, tôt de konklusie dat de bezwaren ongegrond zijn, dan kan de
heer Borger bij u een verzoek om schadevergoeding indienen. Artikel 49 van de
Wet op de Ruimtelijke Ordening zegt dat "indien en voorzover blijkt dat een
belanghebbende tengevolge van de bepalingen van een bestemmingsplan schade
lijdt of zal lijden, welke redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste
behoort te blijven en waarvan de vergoeding niet of niet voldoende door aan-
koop, onteigening of anderszins is verzekerd, kent de gemeenteraad hem op
zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe. De schade
vergoeding kan worden bepaald in geld of op andere wijze".
Tegen een besluit tôt weigering of tôt toekenning van een schadevergoeding
staat beroep open bij de Kroon.
In deze staat de Kroon overigens op het standpunt dat bij de beoordeling van
de vraag of een planschadevergoeding op haar plaats is, eerst dient vast te
staan of de schade niet gedekt wordt door het aankoopbedrag c.q. onteigenings
uitkering
Overigens bestaat er geen bezwaar tegen dat voordat een bestemmingsplan onher
roepelijk is geworden, een verzoek om schadevergoeding in behandeling wordt
genomen, echter kan een beslissing omtrent het verzoek eerst daarna genomen
worden