- 6 -
3.3. Beleid.
Het beleidscentrum is gevestigd in het gemeentehuis tenzij door
de burgemeester een andere plaats wordt aangewezen.
3.3. 1. De burgemeester wordt bijgestaan door een rampenstaf.
De taken van deze rampenstaf zijn:
a. de burgemeester adviseren omtrent het te voeren bestrijdings-
en hulpverleningsbeleid en de te treffen maatregeien;
b. het doen uitvoeren van de genomen besluiten;
c. het doorgeven van aanwijzingen en instructies aan de
commandant rampterrein;
d. het beantwoorden van vragen en oplossen van problemen van
het commandoteam;
e. indien nodig zorgdragen voor het aanvragen van bijstand;
f. contrôle op het verloop van de rampbestrijding en hulpverlening;
g. het verrichten van aile andere werkzaamheden, welke naar de
mening van de burgemeester in verband met de rampbestrijding en
de hulpverlening nodig zijn;
h. het bijhouden van een logboek, waarin aantekening wordt gehouden
van de werkzaamheden van de rampenstaf
3.3. 2. De Rampenstaf bestaat tenminste uit:
a. de gemeentesecretaris
b. de directeur van gemeentewerken
c. het hoofd van de afdeling alg.zaken van de gemeentesecretarie
d. het hoofd van de afdeling soc.zaken van de gerreentesecretarie
e. de directeur van de Districts Gezondheidsdienst
f. de groepscommandant van de rijkspolitie
g. de coôrdinator BHD
De burgemeester kan beslissen dat de rampenstaf wordt aangevuld met
degene, die de leiding heeft van een dienst, organisatie of bedrijf,
die bij de rampbestrijding en/of de hulpverlening wordt ingeschakeld.
De leden van de rampenstaf worden bij afwezigheid of ontstentenis
vervangen door hun als zodanig aangewezen vervanger in de hoofd-
functie.
Zodra sprake is van een ramp, begeven de burgemeester en de rampenstaf
zich naar het beleidscentrum.
Vanuit het beleidscentrum worden rechtstreeks verbindingen tôt stand
gebracht met de commandopost rampterrein.
3.3. 3.
3.3. 4-.
3.3. 5.