- 12 -
5.6. De Diensten Brandweer en Geroeentewerken
5.6. 1. De commandant brandweer draagt zorg voor:
a. bevrijding en redding van slachtoffers;
b. leiding en uitvoering brandbestrijding;
c. bestrijding van brand* en explosiegevaar
d. het onderhouden van communicatie tussen het rampterrein
(cdt. rampterrein) en het beleidscentrum;
e. zo mogelijk bestrijden van de gevaren bij het vrijkomen van
gevaarlijke stoffen;
f. de voorlopige verlichting van het rampterrein.
5.6. 2. De directeur gemeentewerken draagt zorg voor:
a. het verlenen van materiële en personele assistentie aan
brandweer, politie en d.g.d.;
b. het transport van materieel van de B.B. en het Rode Kruis
naar het rampterrein;
c. opruimings- en sloopwerkzaamheden;
d. het begaanbaar maken van de wegen in het rampterrein;
e. feitelijke wegafsluiting- en afzetting en bewegwijzering
f. de bestrijding van wateroverlast;
g. het inrichten van«de opvangcentra, morgue en het perscentrum;
h. provisorische herstelwerkzaamheden;
i. de organisatie van het transport van overledenen van het ramp
terrein naar de morgue, alsmede het transport van kadavers;
j. de verlening van assistentie bij het afvoeren en het verzorgen
van vee en dieren in het rampterrein;
k. de aanvoer van brandstof ten behoeve van het op het rampterrein
aanwezige materieel;
1. de registratie van schade aan onroerende goederen zo mogelijk
gespecificeerd per pand/object en het verstrekken van deze
gegevens aan het Centraal Registratie- en Inlichtingenbureau;
m. het zo nodig aanpassen van gebouwen, waarin opvangcentra kunnen
worden ondergebracht;
n. het vervoer van evacuees in overleg met de directeur van de
sociale dienst;
o. de algemene zorg voor het vervoer;
p. het inschakelen van particulière bedrijven met groot materieel
q. het inschakelen van de nutsbedrijven.