- 2 - Aanvankelijk vond de subsidiëring plaats op basis van de door het rijk vastgestelde subsidiabele kosten van de instellingen, terwij1 de toekenning van het subsidie aan de instellingen plaats vond naar rato van het aantal Gereformeerde en niet- Gereformeerde inwoners van de gemeente. De laatste verdeelsleutel wordt momenteel nog toegepast, waarbij het subsidie mede wordt berekend naar bepaalde genormeerde kosten (o.a. reis- en apparaatskostenen onder het voorbehoud dat geen subsidie boven het werkelijk tekort wordt verleend. Adyies_Regio_inzake jDeleidsuitgangspunten Hiervoor hebben wij reeds medegedeeld, dat de gemeenten op grond van de nieuwe Rijksbijdrageregeling Maatschappelijk dienstverlening hun eigen beleid inzake de maatschappelijke dienstverlening dienen te bepalen en dat de Regio hiervoor een advies heeft opgesteld. De in dit advies opgenomen beleidsuitgangspunten (pag. 12 t/m 20] geven ons aanleiding tôt de navolgende opmerkingen. pag. 14 C3;21^_2141_subsidie_per_hoofd_van_de_bevolking In bijlage II is een nadere afweging beschreven van het huidige subsidiërings- systeem ten opzichte van het systeem, dat gebaseerd is op een vergoeding voor het aantal verrichtingen en van het systeem, dat uitgaat van een bedrag per hoofd van de bevolking Gelet op de bezwaren, die zijn verbonden aan een subsidiëring per verrichting- hoewel dit in principe het meest juiste systeem zou zijn - zijn ook wij van oordeel, dat moet worden uitgegaan van een subsidie per hoofd van de bevolking. pag_15_(_3.3_3.__Rol yan het a .m.w. Ingevolge dit punt zal het gemeentelijk beleid er op zijn gericht een zodanige organisatie van het a.m.w. te bevorderen dat de gemeenten, zowel individueel als collectief prioriteiten kunnen stellen ten aazien van de taakstelling van de instel lingen Dit uitgangspunt zal ongetwijfeld eenvoudiger zijn te realiseren in een gemeente waar een instelling werkzaam is, dan in een gemeente waarin twee instellingen werkzaam zijn Een lid van ons collège is van oordeel, dat een terughoudende opstelling van het gemeentebestuur in dezen wenselijk of zelfs noodzakelijk is. Naar de mening van dit lid behoort het primaat voor de taakstelling tôt de verantwoordelijkheid van de instelling; dit geldt eveneens voor de doelmatigheid van de wijze van inrichting van de werkzaamheden van het a.m.w. De beide andere leden van ons collège delen de mening, dat de instellingen primair verantwoordelijk zijn voor een doelmatige en een goed funktionerende organisatie. Dit is overigens ook opgenomen onder uitgangspunt 3.3. (3.3.) pag. 16. Deze leden zijn echter van oordeel, dat het gemeentelijk beleid gericht behoort te zijn op de bevordering van een zodanige organisatie, dat prioriteiten kunnen worden gesteld ten aanzien van de taakstelling van de instellingen. 1en S.^ Çoyerlagpinger^enjrterkgebied^ Uit de toelichting op pagina 19 blijkt, dat uitgaande van de beleidsuitgangspunten 4 en 6, het niet wenselijk moet worden geacht, dat de werkgebieden van twee of meer instellingen elkaar overlappen. In onze gemeente is de huidige situatie zodanig, dat de werkgebieden van de beide hier werkzame instellingen elkaar zeker overlappen. - 3 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1983 | | pagina 41