Nr. 83/147a.
□e raad van de gemeente Leeuwarderadeel
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 december 1983;
gelet op de artikelen 171 en 228 van de gemeentewet;
b e s 1 u i t
aan de kaatsclub '"t Centrum" gevestigd te Oude Leije,
het recht van opstal te verlenen op een gedeelte van het aan de Leijester
Hegedyk te Oude Leije gelegen perceel, kadastraal bekend gemeente Hijum,
sectie C, nr. 422 zoals op bijgaande situatietekening is aangegeven voor
15 achtereenvolgende jaren onder de navolgende voorwaarden en bedingen:
1. Oe opstalhoudster is verplicht jaarlijks vâor of op 1 juni aan de gemeente
bij vooruitbetaling een vergoeding van /100,te voldoen.
Bij niet - of niet - tijdige betaling van deze vergoeding heeft de gemeente
de bevoegdheid dadelijk het opstalrecht te doen beëindigen, zonder dat
enige ingebrekestelling of rechterlijke uitspraak zal zijn vereist.
2. De opstalhoudster kan het onroerend goed in eigen gebruik en genot aan-
vaarden op 1 januari 1983, in de staat waarin het zich dan bevindt, met
aile daaraan verbonden heersende en lijdende erfdienstbaarheden, rechten
en lasten; de gemeente waarborgt de opstalhoudster het rustig en vreedzaam
bezit van het recht van opstal; zij zal het onroerend goed niet verder met
erfdienstbaarheden of andere zakelijke rechten mogen belasten, behoudens
het hierna bepaalde.
3. De opstalhoudster is gerechtigd de op het onroerend goed aanwezige gebouwen,
werken of beplantingen uit te breiden, mits de omvang, de aard en de be-
stemming vooraf door burgemeester en wethouders zijn goedgekeurd.
4. De onroerend goedbelastingen en aile verdere zakelijke rechten, welke van
het onroerend goed worden geheven dan wel zullen worden geheven, komen
voor rekening van de opstalhoudster met ingang van 1 januari 1983 en blijven
te haren laste tôt de eerste januari na het einde van het opstalrecht.
5. De onder sub 1 vermelde vergoeding moet worden voldaan zonder enige kosten,
korting, inhouding of vergelijking
B. Bij het einde van het opstalrecht vergoedt de gemeente de boekwaarde van de
door de opstalhoudster gestichte gebouwen; zij is niet verplicht de waarde
te vergoeden van getimmerten en beplantingen, al moeten deze ook met goed-
keuring van burgemeester en wethouders zijn aangebracht; de te vergoeden boek
waarde wordt door burgemeester en wethouders en de laatste opstalhoudster
in onderling overleg vastgesteld.
7. De onder sub 6 genoemde vergoeding kan worden verminderd met de door de ge
meente in de loop der jaren aan de opstalhoudster c.q. diens voorgangsterCs)
verstrekte bijdragen en subsidies in de exploitatietekorten, uitbreidingen
of verbeteringen van de kleedakkommodatie of een gedeelte daarvan, indien
de verplichtingen van de opstalhoudster lager zijn dan de vastgestelde
boekwaarde der akkommodatie