- 2 -
De samenwerking omvat nu de gehele noordpunt van Friesla..d en gebied van
25.340 HA. en een inwonertal van 26.246.
Een zeer uitgestrekt, voornamelijk agrarisch gebied met een erg lage bevol-
kingsdichtheid.
In dit gebied ontvangen globaal 2000 inwoners een uitkering (W.W., W.W.V.,
R.W.W., W.A.O. en A.A.VI.) ten opzichte van een afhankelijke beroepsbevolking
van plm. 7.325.
Volledige overzichten zijn als bijlagen toegevoegd.
3. Doelstellingen:
Getracht wordt te werken middels een twee-sporenbeleid.
Aan de ene kant de opvang van de negatieve gevolgen van het niet hebben van
een (betaalde) baan en het moeten leven van een uitkering, aan de andere
kant het stimuleren en creëren van (strukturele) arbeidsmogelijkheden.
Ten aanzien van de opvang van de negatieve gevolgen kan worden gezegd, dat
vanuit diverse richtingen reeds enige aandacht werd besteed aan deze proble-
matiek. Met name kunnen genoemd worden het georganiseerde sociaal-kultureel
werk, de kerken en het maatschappelijk werk.
Door middel van het formeren van een inter-gemeentelijke werkgroep, waarin
ook deze instanties zitting hebben, werd de basis gelegd waarop een gecoor-
dineerde aanpak van de problemen mogelijk is.
De taak van de werkgroep is het voorbereiden en begeleiden van het initiatief
teneinde zo snel mogelijk te komen tôt een praktische uitvoering van de ge-
stelde taken.
Het initiatief omvat:
a. het opzetten en instandhouden van een vrijwilligerscentrale met een centraal
coordinatiepunt en steunpunten in de gemeenten;
b. het opzetten van loonvormendearbeidsprojekten
c. het ontwikkelen van een aktief promotiebeleid ten behoeve van bedrijfsves-
tigingen in de deelnemende gemeenten, alsmede ondersteuning van startende
ondernemers
Aangezien het onmogelijk is meteen te starten met aile onderdelen van het
initiatief, zal worden begonnen met het opzetten van een vrijwilligerscentrale,
alsmede steunpunten in de deelnemende gemeenten ten behoeve van de opvang en
begeleiding van de vrijwilligers.
4. Vrijwilligerswerk
Vrijwilligerswerk is er altijd geweest en geaccepteerd als een heel vanzelf-
sprekende zaak.
In sommige gemeenschappen waren vroeger zelfs ongeschreven wetten die aangaven
welke "nabuurplichten" geboden waren.
In latere tijd heeft een verregaande professionalisering, op terreinen van de
maatschappelijke dienstverlening, de sport, de rekreatie, het sociaal-kultureel
werk, enz. plaats gevonden. Hierdoor nam de noodzaak van en de waardering voor
het vrijwilligerswerk in deze sectoren af.
Op dit moment wordt steeds vaker aandacht gevraagd voor een vergroting van de
ruimte die geboden wordt aan de eigen verantwoordelijkheid en het eigen ini
tiatief van de burgers op deze terreinen.
Niet ontkomen kan worden aan de vraag of deze hernieuwde aandacht niet in
eerste instantie voortkomt uit een noodzaak tôt bezuiniging op de professio-
nele dienstverlening.