derde blad
c. het vervreemden of verpanden van roerende onlichamelijke zaken;
d. het aangaan van geldleningen ten laste van de stichting en het opnemen van
gelden op rekening bij de bankier(s) van de stichting;
e. het ter leen verstrekken van gelden;
f. het opdragen van geschillen aan de beslissing van scheidslieden, het slui-
ten van overeenkomsten van bindend advies, het aangaan van dadingen en het
voeren van processen, met uitzondering van het nemen van die maatregelen,
welke geen uitstel gedogen of van louter conservatoire aard zijn, welke
maatregelen terstond genomen kunnen worden door het dagelijks bestuur;
g. het verbinden van de stichting voor schulden van anderen, hetzij door borg-
tocht, hetzij op andere wijze;
h. het aangaan van verbintenissen, waarvan de waarde éénduizend gulden te bo-
ven gaat;
i. het aanvaarden of verwerpen van erfstellingen, legaten en schenkingen.
Personeelî
Artikel 9.
1 Het personeel van de stichting wordt door het bestuur benoemd, geschorst
en ontslagen.
2. Met het aan te stellen personeel wordt door het bestuur een schriftelijke
arbeidsovereenkomst aangegaan, wa arbij rechtspositie, arbeidsvoorwaarden
en taakomschrijving zullen worden vastgelegd.
3. Het bestuur kan tevens als werkgever optreden voor bij de projekten werk-
zaam personeel.
Dagelijks bestuur
Artikel 10.
1. Het bestuur kiest uit zijn midden een dagelijks bestuur, bestaande uit een
voorzitter, een secretaris en een penningmeester en» indien het aantal be-
stuursleden dit toelaat, een vervanger voor iedere functie.
2. Het dagelijks bestuur is belast met de voorbereiding van de vergaderingen
van het bestuur, met de uitvoering van zijn besluiten en voorts met al het-
geen nodig is om een goede dagelijkse voortgang van het functioneren van de
stichting te verzekeren, onverminderd het bepaalde in de overige artikelen
van deze statuten.
3. De voorzitter en de secretaris gezamenlijk, ofwel bij ontstentenis van de
secretaris, de voorzitter en de penningmeester gezamenlijk vertegenwoordi-
gen de stichting in en buiten rechte.
4. Het dagelijks bestuur is bevoegd bepaalde tôt haar competentie behorende
handelingen te delegeren aan éen of meerdere bestuursleden of aan derden.
Commissies en adviseurs
Artikel 11.
1. Het bestuur kan zich doen bijstaan door adviseurs, vaste commissies of com-
missies ad hoc, waarvan de samenstelling, taken, werkwijze en bevoegdheden
worden geregeld bij een bestuursbesluit, met inachtneming van het bepaalde
in de overige leden van dit artikel.
2. Tenminste één lid van de in lid 1 van dit artikel bedoelde coranissies is
tevens lid van het bestuur van de stichting.
3. De commissies zijn voor hun werk verantwoording verschuldigd aan het bestuur.
4. De commissies brengen hun besluiten ter kennis van het bestuur.
5. Hetgeen in deze statuten is bepaald omtrent vergaderingen en besluiten van
het bestuur is voor zoveel mogelijk van toepassing op vergaderingen en be
sluiten van de in het eerste lid bedoelde commissies.