- 2 -
3. Het lidmaatschap van de commissie eindigt eveneens, wanneer een lid de leeftijd
van 70 jaar bereikt. Deze beperking geldt niet voor de leden genoemd in
artikel 2, lid 1, sub a en voor de leden genoemd onder c indien zij gebruikers zijn
vntehuis
4. In ontstane vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien met dien verstande,
dat indien een vacature is ontstaan van een lid tevens lid van de gemeenteraad
en dit tevens gepaard gaat met het openvallen van een plaats in de gemeenteraad
in deze vacature eerst wordt voorzien, nadat het nieuw benoerade raadslid is
toegelaten tôt de gemeenteraad.
5. Het lid, dat ter vervulling van een tussentijdse vacature is benoemd, treedt af
op het tijdstip waarop degenein wiens plaats hij is benoemd, zou zijn afgetreden.
6. Bij een tussentijdse vacature houdt het aftredende lid zitting, totdat zijn opvolger
is benoemd, tenzij het aftredende lid een in artikel 2 of 3 genoemd vereiste
voor het lidmaatschap heeft verloren.
Artikel 6
1. Aan de commissie wordt als adviserend lid toegevoegd de directeur of directrice
van het verzorgingstehuis
2. De commissie kan voor een door haar te bepalen tijdsduur andere personen als
adviserende leden benoemen.
3. Een adviserend lid kan slechts aan de vergaderingen deelnemen, indien de voorzitter
of twee leden dat nodig oordelen.
Artikel 7
1. De leden van de commissie mogen noch middellijk, noch onmiddellijk deelnemen aan
leveringen of aannemingen ten behoeve van het verzorgingstehuis.
2. Bij overtreding van het bepaalde in het eerste lid kunnen zij door de commissie
als lid worden geschorst. De commissie onderwerpt deze zaak terstond aan het
oordeel van de gemeenteraad.
Burgemeester en wethouders stellen de geschorste in de gelegenheid zich hetzij
schriftelijkhetzij mondeling in hun vergadering te verdedigen.
3. De gemeenteraad kan de geschorste van zijn lidmaatschap vervallen verklaren.
Indien hij daartoe geen aanleiding ziet, heft hij de schorsing op.
Zijn beslissing wordt terstond aan de belanghebbende en aan de commissie medegedeeld.
Artikel 8
1. De commissie vergadert zo dikwijls de voorzitter dat nodig oordeelt of dat door
tenminste twee leden schriftelijk met opgaaf van redenen wordt gevraagd.
De commissie vergadert evenwel tenminste zes maal per jaar.
2. De voorzitter bepaalt dag en uur van de vergadering. Hij roept de leden tôt de
vergadering op.
Artikel 9
1. De kommissie benoemt uit haar midden een voorzitter en een secretaris alsmede
hun plaatsvervangers
Artikel 10
Aan vergaderingen van de commissie, die op grond van het bepaalde in artikel 64,
lid 2, der gemeentewet, in het openbaar moeten worden gehouden, wordt op een door
burgemeester en wethouders ten bepalen wijze openbare bekendheid gegeven, met dien
verstande, dat deze kennisgeving tenminste 48 uren tevoren, spoedeisende gevallen
uitgezonderddient plaats te vinden.
- 3 -
