Agendapunt 17 Voorstelnr. 84/14 Onderwerp: Stiens, 25 januari 1984. instellen beroep tegen het besluit van gedeputeerde staten betreffende de vaststelling en toewijzing werken van het plan van wegen en waterlopen en land- schapsplan voor de ruilverkaveling Het Bildt. Aan de gemeenteraad In het landschapsplan van de ruilverkaveling Het Bildt is een boombeplanting opgenomen langs de Stienser Hegedyk. Aangezien in het stemmingsrapport was aangegeven dat: "De nieuw aan te brengen beplantingen zijn vrijwel uitsluitend geprojekteerd nabij bestaande woonkernen" en "weg-beplantingen zullen slechts op beperkte schaal worden aangebracht", zou mogen worden aangenomen, dat een boombeplanting op beperkte schaal ter versterking van de beplantingen van bestaande gebouwen wordt aangebracht. Wij hebben dan ook geen melding gemaakt van overwegende bezwaren van de kant van deze gemeente. Wel hebben wij gedeputeerde staten van Friesland gewezen op het feit dat een boombeplanting het onderhoud van de westelijke bermsloot bemoeilijken en duurder maken zal. Voorts hebben wij meegedeeld dat stambomen in dit deel van de gemeente moeilijk "aanslaan" en deze vorm van beplanting landschappelijk gezien naar ons oordeel minder passend is. Deze mening wordt versterkt door het feit, dat hier sprake is van een voormalige zeekerende dijk. Wij hebben in overweging gegeven een andere beplanting aan te brengen. Tôt onze grote verwondering werd in het voorjaar 1983 de gehele Stienser Hegedyk met iepen beplant, zonder dat op genoemde brief ooit een reactie is ontvangen Bovendien is ons gebleken, dat kennelijk ook geen overleg is gepleegd met het P.E.B., terwijl bekend is, dat ter plaatse een bovengronds laagspannings- net aanwezig is. Het P.E.B. heeft na de constatering van de aangeplante bomen onmiddellijk gereageerd. De betreffende brief is bij dit voorstel gevoegd. Wij hebben de plaatselijke commissie voor de ruilverkaveling Het Bildt gevraagd om uitleg over de gang van zaken. Genoemde commissie heeft ons bericht dat zowel met een funktionaris van het P.E.B. als met de directeur van gemeentewerken Leeuwarderadeel overleg is geweest omtrent bedoelde beplanting. Van de kant van het P.E.B. zouden er volgens genoemde commissie geen bezwaren zijn t.o.v. de bovengrondse leiding. Deze zou binnenkort vervangen worden door een grondkabel. Het P.E.B. ontkent dit echter. Van die kant wordt gewezen op het gebruik dat de aanvrager tekeningen verstrekt van het uit te voeren werk, voorzien van een begeleidende brief, waarna het P.E.B. schriftelijk reageert, met vermelding van de gesignaleerde knelpunten. - 2 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1984 | | pagina 139