- 2 -
2Cornjum
a. gedeelte westelijk van de spoorbaan en noordelijk van
de Skeltedyk 0.46.90 ha
b. ten noorden van het bestemmingsplan Cornjum 0.20 00 ha
(strook ter breedte van 10 m)
3Britsum
een 10 m. brede strook stamboombeplanting aan de zuid- en
westkant van het dorp 35 Q0 ha
4St iens
twee beplantingselementen aan de noordzijde van het dorp
nabij de noordelijke aansluiting van de Brédyk 1.46.75 ha
5Finkum
westelijk van Finkum g 5Q ha
6Hijum
noord-westelijk van Hijum 1.81.45 ha
totaal 10.96.30 ha
Een kaart waarop deze elementen zijn aangegeven is bij de stukken ter inzage
gelegd
Met deze herziening is voor een deel verder tegemoet gekomen aan eerder door
u ingediende bezwaren, o.m. tegen de aanleg van de bosbeplanting ten zuid-
westen van Stiens tussen de Stienservaart en de Brédyk.
De beplanting bij Jelsum (onderdeel b) daarentegen is aanzienlijk vergroot
n.l. van ca 1 ha tôt 3.59.70 ha.
Teneinde tôt de eerder door u aanvaarde oppervlakte bosbeplanting te komen
geven wij u in overweging deze toegedeelde oppervlakte met ca 1 ha. te verkleinen.
Aangezien de overige elementen qua locatie vrijwel gelijk zijn aan die, waarover
u zich eerder positief heeft uitgesprokenstellen wij u voor daarmee akkoord
te gaan.
Financiële consequenties
Uit het schrijven van de Plaatselijke Commissie zal u blijken, dat de laatste
jaren steeds vaker bleek, dat overdracht van landschappelijke elementen aan
de gemeenten op bezwaren stuit als gevolg van verslechterde financiële omstan-
digheden. In verband hiermede is een gewijzigde financiële regeling getroffen.
Deze regeling luidt als volgt:
de blote eigendom van de te beplanten percelen wordt overgedragen aan
Staatsbosbeheer
het beheer en het onderhoud van deze elementen komt ten laste van de gemeente
d.m.v. erfpachtDe jaarlijks te betalen erfpachtscanon bedraagt f 10,
per ha. De jaarlijkse onderhoudskosten worden begroot op f 1.250,per ha.
de grondkosten komen voor 100% ten laste van Staatsbosbeheer
de inrichtingskosten komen voor 75% ten laste van de Landinrichtingsdienst
een bedrag gelijk aan 25% van de inrichtingskosten dient kontant door de
gemeente te worden betaald na het realiseren van de nieuwe landschappelijke
elementen
- 3 -
