rage ts
radio omroepzenders. Tevens zullen worden doorgegeven de programmais van
de landelijke am-radio-omroepzenders welke niet via een Nederlandse
landelijke fm-radiozender worden uitgezonden, indien en voor zover
daarmee voor de ontvangst ter plaatse een wezenlijke verbetering tôt een
redel i jk kwal i toi tsni ve^u kcin wor~cJen berfii kt 5
programmais van de Nederlandse régionale en lokale ether
televisie— en radio-omroepzenders, voor zover de inrichting gelegen is
in het gebied waarvoor deze programma's bestemd zijn. Voor
am-radio-omroepzenders geldt hierbij het gestelde onder 2;
4. de programma s van de buitenlandse televisie— en
fm—radio-omroepzenders, voor zover deze met een ter plaatse
gebruikelijke individuele antenne gedurende het grootste deel van de
tijd met redelijke kwaliteit kunnen worden ontvangen.
B. De programma's zullen op het tijdstip van uitzending, onveranderd en
onverkort worden doorgegeven.
De exploitant zal ailes in het werk stellen om, met inachtneming van de
technische voorschritten van de P.T.T., de kwaliteit van de doorgifte
voortdurend zo goed mogelijk te doen zijn. Niettemin kan al s gevolg van
atmosferische omstandigheden de ontvangstkwaliteit van met name
buitenlandse omroepzenders incidenteel, dan wel voortdurend te wensen
overlaten.
C. De in kleur uitgezonden Nederlandse televisieprogrammas zullen in
kleur worden doorgegeven.
De Nederlandse radioprogrammas die in stereo worden uitgezonden zullen
in stereo worden doorgegeven.
Voor zover dit redelijkerwijs mogelijk is, geldt dit ook ten aanzien van
dt^ bui tenl andse tel evi si e— en radi oprogramma s.
ARTIKEL 20. OVERIGE PROGRAMMA'S.
A. De exploitant zal voorts andere dan door een omroepzender uitgezonden
programma s als bedoeld in ARTIKEL 19 via de inrichting verspreiden,
indien de machtiginghouder hem dit krachtens een wettelijke verplichting
heeft opgedragen.
Hij ieemt daarbij de aanwijzingen van de machtiginghouder in acht.
B. Het bepaalde in de aanhef van lid A, alsmede in de 1eden B en C van
ARTIKEL 19, is van overeenkomstige toepassing.
ARTIKEL 21. WIJZIGING VAN HET PROGRAMMAPAKKET
Voorzover het niet betreft de in ARTIKEL 19 bedoelde programma's, is de
exploitant gerechtigd zijn programma's te vervangen door andere.
Hij gaat daartoe niet eerder over dan nadat belanghebbendenmiddels een
publikatie in de plaatselijke pers, op de hoogte zijn gesteld van zijn
voornemen
In deze publikatie moet aan belanghebbenden tevens een mededeling worden
gedaan van het recht om, gedurende 14 dagen na publikatie, bezwaren
tegen het voornemen bij de exploitatie in te dienen.