- 2 -
Nu het (verder) opmaken van deze rekeningen door het verificatieburo is
verzorgd, hebben wij deze verzocht een globale analyse van de rekening 1981
te maken, teneinde dit als verantwoording te laten dienen.
Naar aanleiding van het onderzoek van de rekeningscommissie, waarin ook het
bovenstaande, onderwerp van bespreking is geweest, delen wij u omtrent
deze globale analyse nog het volgende mee.
Bij de personeelskosten van het gemeentepersoneel excl. onderwijs steeg
het gemiddelde bruto salaris per werknemer van f 42.321,in 1980 naar
42.912, in 1981, ofwel met 1,4%. Bij het onderwijzend personeel was
deze stijging 6%. Als oorzaak hiervan werd genoemd dat er hoger gesalarieerd
personeel vervangen werd door lager gesalarieerd personeel, gepaard gaande
met een toeneming van het gemiddeld aantal personeelsleden bij het gemeente
personeel excl. onderwijspersoneel met 3. Een nader onderzoek leerde ons
het volgende. Bij de buitendienst van gem^cntewerken werden een viertal
oudere medewerkers na hun pensionering of wegens gebruikmaking van de
VUT-regeling vervangen door aanmerkelijk lager ingeschaalde jonge(re)
medewerkers
Op de sekretarie werd als gevolg van het organisatie-onderzoek een tweetal
jonge en dus laag ingeschaalde medewerk(st)ers aangetrokken (Bevolking/
Interne Zaken; Sociale Zaken)Bij de toename van het personeelsbestand werd
ook een laag ingeschaalde medewerker in W.V.M.-verband geteld. Daarnaast
werden de salariskosten gedrukt door relatief laag ingeschaald personeel
dat bij het P. Jurjenshôf t.b.v. de Vietnamezen werkzaam was, temeer daar
dit personeel wel bij de formatie werd geteld, maar sinds september 1981
niet meer in dienst was.
Ook naar aanleiding van het onderzoek van de rekeningscommissie merken wij
omtrent de contrôle van de jaarrekening 1981 van het grondbedrijf op dat
wij t.a.v. de kalkulatieverschillen hebben overwogen om een zg. intra-
comptabele kostprijsverantwoording in te voeren. Dit vereist echter een
intensievere begeleiding door met name gemeentewerken. Het hieruit
voortvloeiende grotere tijdsbeslag en de mogelijke personele konsekwenties
daarvan, hebben ons doen besluiten de grondkostenontwikkeling alleen te
analyseren bij de geregelde herkalkulaties van de bestemmingsplannen.
Voor wat de beheersverordening van het grondbedrijf betreft, laten wij de
aanpassing van enkele onderdelen daarvan voorlopig achterwege, omdat wij
overwegen de administratie van het grondbedrijf weer in de administratie van
de algemene dienst op te nemen, nadat met de nieuwe gemeentelijke comptabiliteits-
voorschriften enige ervaring is opgedaan.
Wij stellen u thans voor over te gaan tôt de voorlopige vaststelling van het
bedrag aan inkomsten en uitgaven van de gewone dienst en van de kapitaal—
dienst van de rekeningen van de takken van dienst en van de rekeningen van
de algemene dienst over de jaren 1979 t/m 1981.
De commissie voor onderzoek van deze rekeningen kan zich met de voorlopige
vaststelling ervan verenigen.
- 3 -