- 3 -
Artikel 13.
Het beheer van de bank- en girorekeningen van de gemeente wordt opgedra-
gen aan een door burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaar, na-
der genoemd kassier.
Burgemeester en wethouders stellen voor de kassier een instructie vast,
welke aan Gedeputeerde Staten ter kennisneming wordt gezonden.
Artikel 14.
Behalve in het gevalvermeld in artikel 262 der gemeentewetjgeschieden
de betalingen der gemeente op door burgemeester en wethouders getekende
bevelschriften, welke de post der begroting, waaruit de betaling moet
geschieden, vermelden.
De inning van de inkomsten en ontvangsten geschiedt op door burgemeester
en wethouders getekende inningsopdrachten, welke eveneens de post der be
groting, waarop de inkomsten of ontvangsten moeten worden verantwoord,
vermelden
Artikel 15.
Ontvangsten en betalingen ten behoeve van en in rekening-courant met ge-
meentelijke takken van dienst en andere instellingen worden gedaan met
inachtneming van de door de raad en/of burgemeester en wethouders gegeven
voorschriften.
Artikel 16.
In afwijking van het bepaalde in de artikelen 1 en 12 kunnen burgemeester
en wethouders, onverminderd de te dezer zake bestaande wettelijke rege-
lingen, voor met name aangewezen inkomsten, ontvangsten en betalingen
functionarissen aanwijzen, die zelfstandig belast zijn met en verantwoor-
delijk zijn voor het hun opgedragen kasbeheer.
Een zodanige aanwijzing behoeft de goedkeuring van Gedeputeerde Staten.
Deze functionarissen worden aangeduid met de naam "sub-kassier"
Artikel 17
Burgemeester en wethouders kunnen voorschriften geven voor de administra-
tie van het kasbeheer van de sub-kassiers
Zij stellen een instructie vast voor de sub-kassiersdie aan Gedeputeerde
Staten ter kennisneming wordt gezonden.
Artikel 18.
Rekening.
De gemeenterekening wordt opgemaakt en ondertekend door de comptabele en
uiterlijk drie maanden na sluiting van de dienst, waarop de rekening be-
trekking heeft, door hem aan burgemeester en wethouders aangeboden.
De rekening dient vergezeld te zijn van de in de rekeningsvoorschriften en
de nader door burgemeester en wethouders voorgeschreven bescheiden.
- 4 -