- 3 -
Artikel 11.
Het is de comptabele verboden op enigerlei wijze gelden der gemeente in
ontvangst te nemen of onder zijn berusting te hebben dan wel zelf beta-
lingen van de gemeente te verrichten.
Artikel 12.
De comptabele verstrekt per de eerste van elk kalenderkwartaal aan burge-
meester en wethouders en voorts zo dikwijls als zij dit verlangen een op-
gave van de bedragen die niet zijn ingevorderd met vermelding van de ge-
nomen invorderingsmaatregelen.
Het periodiek te verstrekken overzicht dient tenminste de in te vorderen
bedragen, welke drie maanden of ouder zijn, te bevatten.
Artikel 13.
De comptabele bewaart de daarvoor in aanmerking komende boeken, registers
en bescheiden op de door burgemeester en wethouders aangegeven wijze.
Artikel 14.
De comptabele is verantwoordelijk voor de bewaring van zijn boeken en
bescheiden, gedurende de ten aanzien daarvan vastgestelde wettelijke
termijnen.
Ten aanzien van de bij de gemeenterekening over te leggen bescheiden
eindigt deze verantwoordelijkheid op het tijdstip, dat deze bescheiden
worden afgegeven ter indiening van de rekening.
Artikel 15.
Het is de comptabele verboden ten kantore kassen onder zijn berusting
te hebben.
Het is hem voorts niet toegestaan andere administraties ten kantore te
voeren, tenzij burgemeester en wethouders hem daarvoor toestemming heb
ben verleend.
Artikel 16.
De comptabele geeft aan de raad en aan burgemeester en wethouders of door
hen aangewezen personen aile inlichtingen, welke zij hem in verband met
zijn functie vragen.
Hij verstrekt voorts aan daartoe bevoegden de inlichtingen, welke rede-
lijkerwijze van hem kunnen worden verlangd.
Overigens geeft hij aan niemand enige inlichting, dan met toestemming
van burgemeester en wethouders.
Artikel 17.
De comptabele is verplicht ailes te doen wat voor een goede uitoefening
van zijn functie nodig is.
Hij kan zich niet op onvolledigheid van deze instructie of andere voor-
schriften beroepen bij het nalaten van datgene wat tôt zijn taak behoort.
- 4 -